Joseph Cohen was geboren op 15 April 1868 in Gorredijk, gemeente Opsterland als zoon van David Abraham Cohen en Sara Godschalk. Op 8 Maart 1905 trouwde hij in Stad Ommen met Frederika Gozina Godschalk, die daar op 14 September 1873 was geboren als dochter van Salomon Godschalk en Willemina de Lange. Het echtpaar kreeg drie kinderen, t.w. Saartje in 1906, Salomon in 1907 en David Hartog in 1912. Saartje was gemengd gehuwd en heeft daardoor de Holocaust overleefd. Haar ouders en beide broers en hun gezinnen zijn tijdens de Sjoa vermoord.
Op 7 Januari 1921 verhuisde Joseph Cohen met zijn gezin van Gorredijk naar Leeuwarden, waar hij heeft gewoond in de Breedstraat, vanaf 1931 in de Vijzelstraat en vanaf 1934 in de Beethovenstraat 19. Joseph zelf was slager, zijn zoon Salomon eveneens, maar werd later reiziger en zijn zoon David Hartog was brood- en banketbakker; hij oefende zijn vak in talloze steden in Nederland uit, zoals in Amsterdam, Groningen, Dordrecht, Maastricht, Deventer en Rotterdam, en op 20 Januari 1939 naar de Bijlwerffstraat 32a aldaar verhuisde.
Ook Joseph Cohen is met zijn vrouw op enig moment verhuisd naar de Bijlwerffstraat 32a in Rotterdam. Ten tijden van de verplichte registratie van alle Joden in Nederland, vanaf 10 Januari 1941 ook in Rotterdam, woonden zij al op genoemd adres. Echter al vanaf 2 Augustus 1933 woonden zijn dochter Saartje al op dat adres, die gehuwd was met de niet-Joodse onderwijzer Johannes Antonius Schouten.
Joseph Cohen en zijn vrouw Federika Gozina Godschalk werden op 12 October 1942 vanuit het doorgangskamp Westerbork op transport gesteld naar Auschwitz. Bij aankomst aldaar op 15 October 1942 werden zijn beiden onmiddellijk in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord.
Bronnen o.a. website Alle Friezen.nl/gezinskaart bevolkingsregister Joseph Cohen; Stadsarchief Rotterdam; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Joseph Cohen en Frederika Gozina Godschalk; Salomon Cohen en David Hartog Cohen; Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart David Hartog Cohen.