Salomon Cohen was het vierde kind van Hartog Cohen uit Leeuwarden en Marianne Sitters uit Gorinchem en in Leiden geboren op 8 Januari 1906. Toen Salomon nog niet gehuwd was, werkte hij o.a. als koopman in sigaren, magazijnchef en als winkelchef van een sigarenwinkel in Leiden. Hij bezat zijn middenstands- en MULO diploma. Daarnaast had hij ook ervaring als jeugdleider en was in het bezit van een Gilwell diploma, wat hij behaalde bij de scouting. Ook had hij zich bekwaamd als godsdienstonderwijzer.
Zijn 3-jaar oudere broer Izak Hartog Cohen was sinds 17 Januari 1928 aangesteld als administrateur bij De Bergstichting, een Joods Kindertehuis in Laren wat gevestigd was aan de Doodweg 4. Het is niet onmogelijk dat Izak zijn broer Salomon gevraagd heeft om De Bergstichting als opvoedkundig ambtenaar te komen werken. Op 10 April 1930 vertrok hij naar Laren en woonde tussen 1930 en 1937 op de Doodweg 1, Klaaskampen 15 en Engweg 8.
In die tijd leerde Salomon zijn vrouw Marie Evalina Peper kennen. Zij was een dochter van Wolf Peper en Rebekka de Jong en was in Hilversum geboren op 23 October 1908 en woonde met haar ouders in de Daltonstraat 31 in Amersfoort. Op 20 November 1933 trouwde hij in daar met haar en na de huwelijkssluiting trok Marie Evalina bij Salomon in op de Engweg in Laren.
Het echtpaar kreeg drie kinderen, t.w. Hartog Izak op 8 November 1934 en Wolf Ithomar op 13 April 1936, beiden in Laren geboren. Op 18 December 1937 verhuisde het gezin uit Laren naar Amersfoort waar zij weer in de Daltonstraat 31 kwamen te wonen. Daar is op 14 Juni 1938 hun derde kind Marjan Rebekka geboren.
Op 19 Februari 1943 volgde een gedwongen verhuizing vanuit Amersfoort naar de Transvaalkade 114 I in Amsterdam-Oost. Daar is het hele gezin ten tijde van de grote en in het geheim voorbereidde razzia van Zondag 20 Juni 1943 gearresteerd en met nog zo’n 5500 andere Joden afgevoerd naar Westerbork, waar Salomon in barak 60 en Marie Evalina met haar drie kinderen in barak 65 terecht kwam.
Op 29 Juni zijn zij allen op transport gesteld naar Sobibor en bij aankomst aldaar op 2 Juli 1943 onmiddellijk in de gaskamers daar vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief van Amsterdam, archiefkaarten van Salomon Cohen, Marie Evalina Peper en Wolf Peper; Bevolkingsregister Laren, registratie Salomon Cohen en de registratie van Izak Hartog Cohen; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Salomon Cohen, Marie Evalina Cohen-Peper, Hartog Izak Cohen, Wolf Ithomar Cohen en Marjan Rebekka Cohen en aanvullingen van een bezoeker van de website.