Marianne Sitters, geboren op 4 Juni 1878 in Gorinchem, was een dochter van Salomon Sitters en Elisabeth Hoffman. Zij trouwde in Leeuwarden op 15 November 1899 met de daar op 11 September 1873 geboren Hartog Cohen, een zoon van Izak Cohen en Margaretha de Jong. Het echtpaar vertrok na hun huwelijk naar Leiden, waar zij woonden in de Wasstraat 29. Daar werden hun zeven kinderen geboren, t.w. Margaretha op 18 Februari 1901, gevolgd door Elisabeth op 2 Maart 1902. Vervolgens kwam Izak Hartog op 26 Februari 1903 en Salomon op 8 Januari 1906. Berend Gustaaf kwam op 16 Februari 1907 en Herman Samuel op 26 Juni 1913 en als laatste Ester Cornelia, die op 5 December 1916 werd geboren.
Hartog Cohen, die godsdienstleraar en voorzanger was, overleed in Leiden op 24 Mei 1930 en is daar begraven op de Joodse Begraafplaats. Marianne Sitters bleef als weduwe wonen in de Wasstraat; haar kinderen trouwden en verlieten het ouderlijk huis. Op 9 Mei 1938 verhuisde Marianne Sitters naar Amsterdam, waar zij een woning kreeg in de Dintelstraat 54 hs in de Amsterdamse Rivierenbuurt. Haar dochter Ester Cornelia was nog ongehuwd en was al in 1937 naar Amsterdam verhuisd en woonde op het Kastanjeplein 3 in Amsterdam-Oost maar in Mei 1938 trok zij bij haar moeder in.
Ester Cornelia was wegens haar functie “gesperrt” door de Joodse Raad. Sedert 1 April 1938 was zij hoofdonderwijzeres van de Schoolvereniging Kennis en Godsvrucht op de Plantage Muidergracht 5 in Amsterdam. Nadat de Joodse Raad in September 1943 was opgeheven, hebben Esther en haar moeder Marianne vermoedelijk pogingen ondernomen om onder te duiken. Zij zijn echter beiden op enig moment in Augustus 1944 gearresteerd en op de 14e van die maand afgevoerd naar Westerbork, waar zij beiden in de strafbarak 67 terecht zijn gekomen.
Op 3 September 1944 werden Ester Cornelia Cohen en haar moeder Marianne Sitters als strafgevallen met het laatste transport van Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Bij aankomst aldaar op 6 September 1944, werd alleen Marianne Cohen-Sitters onmiddellijk de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord. Ester Cornelia Cohen kwam uiteindelijk in een van de vele buitenkampen van Gross Rosen, in het concentratiekamp Libau terecht, waar zij op 8 Maart 1945 als gevolg van tuberculose om het leven is gekomen.
Opvallend is dat óók Marianne’s zonen Izak Hartog en Herman Samuel met zijn vrouw Elsa Kattenburg al op 8 en 14 augustus 1944 werden gearresteerd en ook in de strafbarak 67 van Westerbork terechtgekomen zijn. Zij werden die 3e September eveneens als strafgevallen op transport gesteld naar Auschwitz, maar behalve Elsa Cohen-Kattenburg, die op 31 October 1944 in Auschwitz werd vermoord, zijn de anderen uiteindelijk elders om het leven gekomen: Izak Hartog op 15 Maart 1945 in Midden Europa en Herman Samuel op 11 Februari 1945 in het concentratiekamp Ebensee.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Marianne Sitters en Ester Cornelia Cohen en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Marianne Cohen-Sitters en Ester Cornelia Cohen; website wiewaswie.nl; wikipedia website jodentransporten vanuit Nederland.nl en onderzoek bij de andere leden van de familie van Hartog Cohen.