Jacob Lewin was een zoon van de uit Bauska in Rusland afkomstige Chaim Jossel Lewin en Massa Mendelsohn uit Friedrichstadt in Letland. Hij was op 24 Maart 1903 in Amsterdam geboren en huwde op 23 December 1931 Sara David, geboren in Rotterdam op 19 Februari 1903 als dochter van Hartog David en Sophia van der Kruk. Op 11 November 1935 werd hun zoon Paul Igor François geboren.
Jacob Lewin en Sara David woonden na hun huwelijk in de Uiterwaardenstraat 298 II in Amsterdam Zuid. Op 5 April 1940 trok het gezin voor korte tijd in bij vader Hartog David in de Uiterwaardenstraat 334 huis en op 6 Mei 1940 verhuisden zij naar de Citroenstraat 59 in Den Haag.
Jacob en Sara hebben de Holocaust door onderduik overleefd. Op 11 Juni 1945 is Jacob opgedoken in België en Sara was op 15 Juni 1944 in Brussel. Volgens de Rijksinspectie voor het Bevolkingsregister verbleef Sara op 10 Juni 1947 in de Groot Hoefijzerlaan 32 in Wassenaar en Jacob per die datum in de Hoekwaterstraat 36 in Voorburg.
Hun zoon Paul was met nog 14 andere kinderen ondergebracht in het Kinderopvanghuis Deenik en Dermout "De Viersprong" in Driebergen. Op 6 januari 1944 werden bij een overval in verschillende woningen in Driebergen een aantal Joden opgepakt. Vijftien kinderen uit het kinderhuis “De Viersprong” werden in een wagen gesmeten en weggevoerd. De toen 8-jarige Paul Lewin kwam op 12 Januari in Westerbork terecht en werd opgesloten in strafbarak 67. Op 25 Januari werd hij op transport gesteld naar Auschwitz, waar hij op 28 Januari 1944 onmiddellijk in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau werd vermoord.
Bronnen o.a. Stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Hartog David; Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Jacob Lewin, Sara David en Chaim Jossel Lewin; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Jacob Lewin, Sara Lewin-David en Paul Igor François Lewin.