In een onderzoek van de Radboud Universiteit en het Stadsarchief Amsterdam naar de doodsoorzaken van Amsterdammers tussen 1854 en 1940 stuitten zij op de slachtoffers van het Duitse bombardement op de Blauwburgwal van 11 mei 1940.
Eén van de gewonden was Jan Olie. Onderzoeker Fred Geukes Foppen kwam in zijn documenten ook de naam van mijn oom tegen. Hij schrijft over hem dat hij in een verzetsorganisatie in Haarlem zat. Olie omschrijft hun verzetsactiviteiten als volgt: op verzoek van joodse winkeliers gingen zij hun voorraden “stelen” wanneer gevreesd werd dat de Duitse bezetter die voorraden in beslag wilde nemen. Olie is bij één van die acties gevangen genomen.
Mijn oom staat in het opsporingsbericht geregistreerd als journalist, maar dat is een fout van de betreffende ambtenaar, want joden mochten dat beroep niet uitoefenen. Volgens onderzoeker Fred Geukes Foppen was hij kantoorbediende in een groothandel van manufacturen