Wolf David was een zoon van Hartog David en Hendrika van der Sluijs. Hij was geboren in Rotterdam op 6 Augustus 1868 en verdiende zijn boterham als koopman in rijwielen en onderdelen. Hij trouwde in Rotterdam op 7 December 1887 met Antonetta Andriessen, geboren op 5 Maart 1870 in Den Bosch als dochter van Emanuel Andriessen en Mietje Wallig. Het echtpaar kreeg vijf dochters, t.w. Hendrika in 1888 , Roosje in 1889, Mietje in 1891, Elizabeth in 1893, en Kaatje in 1908.
Nadat Wolf en Antonetta in 1887 gehuwd waren, begonnen zij hun gezin in de Korte Pannekoekstraat 8 in Rotterdam. Er volgden talloze verhuizingen in Rotterdam zelf, waar al hun dochters werden geboren maar op 18 November 1915 verhuisden Wolf en Antonetta met hun jongste dochter Kaatje naar de Ferdinand Bolstraat 114 in Amsterdam. Van daar op 3 Maart 1916 naar Den Haag waar zij enkele maanden verbleven in de Boekhorststraat 95 bij hun oudste dochter Hendrika, die in 1910 met Leon Tokkie was gehuwd. Op 18 Juli 1916 vertrokken Wolf, Antonetta en Kaatje weer naar Rotterdam waar zij toen kwamen te wonen in de Heerenstraat 9, bij de kruising met de Goudsche Singel.
Op 16-jarige leeftijd verliet Kaatje haar ouders om in Rotterdam op 13 Augustus 1924 in het huwelijk te treden met de 23-jarige in Antwerpen geboren Joël Jacobs van wie zij op 17 December 1930 in Brussel is gescheiden. Haar ouders vertrokken 16 Augustus 1925 van Rotterdam naar de Antwerpen, waar zij kort verbleven in de Grote Beerstraat 114 en trokken op 4 December 1925 naar Brussel, Avenue Clemenceau 110. Op 21 Juni 1927 keerden zij weer terug naar Rotterdam, Goudscheweg 129 en in Maart 1934 betrokken zij een woning op de Kruiskade 23b. Wolf David was inmiddels behalve handelaar in rijwielen en onderdelen, ook handelaar in electrische artikelen.
Ten tijde van de verplichte registratie van de Joden in Nederland waren Wolf David en zijn vrouw Antonetta Andriessen inmiddels van Rotterdam naar Amsterdam “verhuisd”; zij woonden vanaf 9 Juni 1941 aan het Sarphatipark 51 I – hun dochter Kaatje met haar gezin woonde op de 3e etage – maar via de Ceintuurbaan 211 en huisnummer 175 kwamen zij in Augustus 1942 op het adres Roerstraat 111 terecht. Van daar zijn beiden op 9 Maart 1943 afgevoerd naar Westerbork en op 10 Maart gedeporteerd naar Sobibor. Bij aankomst aldaar op 13 Maart 1943 werden zij beiden onmiddellijk in de gaskamers aldaar vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Rotterdam, gezinskaarten Wolf David, huwelijksakte Rotterdam Wolf David/Andriessen; het gemeentearchief Den Haag, gezinskaart Wolf David, het Stadsarchief Amsterdam, woningkaart Roerstraat 111 en andere; het Antwerps Vreemdelingen Dossier 184531; website wiewaswie/huwelijk Kaatje David/Joel Jacobs en met Meijer Waterman; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Wolf David en Antonetta David-Andriessen en toevoegingen van bezoekers van de website.