Hendrika David was een dochter van Isaac David en Elizabeth Velleman. Haar ouders trouwden in Augustus 1902, en Hendrika werd op 22 Juli 1903 in Rotterdam geboren. Haar oudere broer Simon was al in 1897 geboren maar bij Koninklijk Besluit in 1903 erkend en gewettigd door zijn ouders.
Hendrika trouwde op 14 September 1932 met de op 30 October 1901 geboren Benjamin Barendse, een zoon van Isaac Barendse en Sophia van Gigh. Hendrika was in die tijd werkzaam als winkeljuffrouw. Nadat zij gehuwd was verruilde zij haar ouderlijk huis, toen Paradijslaan 140b, met de Diergaardestraat 47 in Rotterdam, waar haar echtgenoot Benjamin Barendse tot begin 1929 woonde als hoofd van het gezin Barendse met zijn broers Abraham, Aron en zijn zus Belia, die overigens al op 9 Januari 1929 naar elders verhuisden. Hendrika en Benjamin kregen twee kinderen, t.w. Isaac in 1936 en Elizabeth in 1939.
De verhuizing van Rotterdam naar Den Haag is mogelijk een gevolg geweest is van het bombardement op Rotterdam van 14 Mei 1940; toen woonde het gezin Benjamin Barendse op de Schieweg 3 in Rotterdam. Maar niet alleen de familie Barendse besloot toen te verhuizen, maar óók de ouders van zijn vrouw Hendrika, Isaac David, Elizabeth Velleman en broer Simon David. Zo kwamen zij terecht in de Van Speijkstraat 141 in den Haag.
In één van de Nederlandse dagbladen werd op 10 April 2015 een artikel gepubliceerd waaruit het volgende citaat: “Daags na het dertien minuten durende Duitse bombardement begon Rotterdam met ruimen. Het leger van vooral werklozen dempte met kiepwagens en scheppen in ijltempo wat toen het water van de Blaak, de Rotterdamse Schie en de Schiedamsesingel was. Honderden vrachtwagens reden 28 weken lang af en aan. Naar de Spaanse Polder, de Kralingse Plas, de Noorderhaven en verschillende opslagterreinen rond de stad. De brokstukken werden al snel door heel Nederland verspreid, omdat de enorme hoeveelheid van 5 miljoen kubieke meter puin te veel om op te vangen was.”
Haar broer Simon was reeds op 31 Augustus 1942 vanuit een Joods werkkamp in Noord Nederland via Westerbork doorgestuurd naar één van de werkkampen in “Midden Europa”, waar hij uiteindelijk op 31 Maart 1944 om het leven is gekomen.
De overige leden van de familie David en Barendse werden op 27 November 1942 vanuit Den Haag afgevoerd naar Westerbork, waar Isaac en Elizabeth David op 4 December naar Auschwitz werden gedeporteerd en bij aankomst op 7 December 1942 direct werden vermoord.
Hendrika Barendse-David, haar man Benjamin en hun beider kinderen Isaac en Elizabeth Barendse werden pas op 29 Januari 1943 op transport gesteld naar Auschwitz. Enkele aantekeningen op de registratiekaart van Benjamin Barendse van de Joodse Raad, gemaakt op 29 December 1942 geven aan dat er een “attest” was en “dat Benjamin in het ziekenhuis was en daar ontslagen was; misschien wel in het ziekenhuis tewerkgesteld.” Zijn bagage werd op 7 Januari 1943 naar barak 69 gebracht en op 22 Januari 1943 werden hem levensmiddelen verstrekt. Al met al werd de familie Barendse die 29e Januari gedeporteerd en bij aankomst op 1 Februari 1943 direct in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Rotterdam, gezinskaarten van Isaac David en Benjamin Barendse; Rotterdamse huwelijksaktes Isaac David/Elizabeth Velleman en Benjamin Barendse/Hendrika David; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Hendrika Barendse-David, Benjamin Barendse en hun kinderen Isaac en Elizabeth Barendse.