Charles Cohen was de elfde van de twaalf kinderen van Izaak Cohen en Elizabeth van Lier. Hij was geboren op 29 Juli 1882 in Rotterdam en werd werkzaam als slager en grossier in vlees. Hij trouwde met Elisabeth Stad op 13 Juli 1910, die op 31 Maart 1885 in Rotterdam was geboren als dochter van Meijer Stad en Heintje Boekbinder. Het echtpaar Cohen-Stad kreeg twee kinderen, t.w. Izaak op 2 Juni 1911 en Hendrika op 22 Augustus 1917.
Op 19 Mei 1938 trouwde hun zoon Izaak Cohen op 26-jarige leeftijd met de 27-jarige Bertha Blauw die op 7 December 1910 in Rotterdam geboren was als dochter van David Blauw en Alice van Dantzig. Op 9 December 1940 werd hun zoon David Charles geboren. Izaak, Bertha en David Charles Cohen hebben de Holocaust overleefd en vlak na de oorlog was hun adres in Rotterdam Bergschelaan 98b.
Hun dochter Hendrika Cohen trouwde op 23 jarige leeftijd - vermoedelijk rond 1940/1941 in Rotterdam - met de ± 33-jarige Salomon Hamburger, een zoon van Abraham Hamburger en Celina Tabak. Zij woonden toen op de Stadhoudersweg 147 b waar zij op 15 Februari 1942 een zoon kregen, David Charles genaamd, die de Holocaust heeft overleefd. Hendrika en haar man Salomon Hamburger zijn beiden tijdens de Sjoa vermoord.
De dag na hun huwelijk in Juli 1910 betrokken Charles Cohen en zijn vrouw Elisabeth Stad een woning in de Jonker Fransstraat 85a. In de jaren daarna volgden nog verhuizingen naar de Van der Werffstraat 58a, de Jonker Fransstraat 29a, de Hugo de Grootstraat 12b, totdat zij ten tijde van de verplichte registratie van de Joden in Nederland bij de Joodse Raad in Rotterdam in 1942 terecht gekomen waren op de Statenweg 36a.
Elisabeth Cohen Stad blijkt te zijn opgenomen in het Joods Ziekenhuis aan de Schietbaanlaan 42 maar de datum van opname is niet bekend, vermoedelijk na de zomer in 1942. Op Duits bevel echter werd het Joods Ziekenhuis op 26 Februari 1943 leeggehaald en 200 zieken, ouderen en 61 man personeel werden via Loods 24 naar Westerbork en vandaar op 2 Maart afgevoerd naar Sobibor waar zij allen bij aankomst op 5 Maart 1943 onmiddellijk in de gaskamers werden vermoord, waaronder ook Elisabeth Cohen-Stad.
Uit de Rotterdamse politiearchieven blijkt, dat Charles Cohen door de Rotterdamse politie op 26 Maart 1942 is gearresteerd en “in bewaring” werd gehouden voor de Sicherheits Polizei en Duitse inlichtingen dienst maar dat hij op 4 April 1942 om niet bekende reden weer is ontslagen. Toen zijn vrouw in het ziekenhuis lag, heeft Charles mogelijk pogingen ondernomen om onder te duiken, wat deels is gelukt. Maar uiteindelijk is hij op 24 Augustus 1944 gearresteerd en in Westerbork opgesloten in de strafbarak 67. Op 3 September 1944 werd hij van daar als strafgeval op een straftransport naar Auschwitz gedeporteerd, waar hij bij aankomst op 6 September 1944 direct in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau werd vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Rotterdam, gezinskaarten van Izaak Cohen, Charles Cohen, Izaak Cohen (1911) en Salomon Hamburger; Arrestantenkaarten uit het Rotterdams Politie Archief van Charles Cohen; website Joodserfgoed Rotterdam.nl/Joods Ziekenhuis Megon Hatsedek; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Charles Cohen, Elisabeth Cohen-Stad, Izaak Cohen, Bertha Blauw en David Charles Cohen, Hendrika Hamburger-Cohen, Salomon Hamburger en Charles Hamburger en de wikipedia website jodentransporten vanuit Nederland.nl