Verhaal

Politie van Apeldoorn

Volgens het archief van de gemeente politie van Apeldoorn zijn Alfred Alex NOACH en Alberet SALOMON -op verzoek van de Deventer politie- op 24 april 1939 aangehouden op verdenking van rijwielen diefstal. De beide mannen worden naar de politie in Deventer overgebracht.

Over Albert is nog een registratie teruggevonden: op 20 december 1939 wordt hij aangehouden op verdenking van het stelen van een winterjas. Na verhoor wordt hij overgedragen aan de directeur van het Apeldoornsche Bosch, Jacques Lobstein.

In maart 1940 lopen Albert en Leopold SEGAL weg van de inrichting, er wordt melding gedaan bij de politie. Albert wordt omschreven als: 1 meter 76 lang, smal postuur, zwart haar en gekleed in een blauw colbertkostuum.

Van Leopold wordt geschreven dat hij 1 meter 63 is, een bruin (plusfour) costuum draagt. Albert en Leopold zijn rond 21.45 weggelopen en hebben een fiets meegenomen. Drie dagen later wordt genoteerd dat Albert en Leopold in Amsterdam zijn aangehouden, ze waren in het bezit van twee fietsen. Zowel de jongens als de fietsen worden overgebracht naar het politiebureau van Amsterdam en vervolgens Apeldoorn. Vanuit hier worden de jongens door de commissaris van politie naar het Apeldoornsche Bosch gebracht.

Op 11 december 1941 meldt Albert zich bij de Joodsche Raad in Amsterdam, hij was weer weggelopen. De Joodsche Raad informeert de directeur van het Apeldoornsche Bosch, die op zijn beurt de lokale politie hierover informeert.

Bron: CODA Apeldoorn