Verhaal

Door: René

Philip  Hildesheim (1800-1880) en Hendrina Hildesheim-Meijer de Haas (1790-1967)  kregen één zoon, Izak (20-1-1830), die de bakkerij van zijn ouders voortzette. Was Philip Hildesheim al zeer succesvol geweest als sociale stijger en bestuurder van de joodse gemeente, zijn zoon was mogelijk nog succesvoller. Net als zijn vader was Izak Hildesheim actief in allerlei commissies en besturen binnen de joodse gemeenschap. Vanwege zijn inzet werd hij in 1910 benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau. Binnen twee generaties was de familie Hildesheim kennelijk grotendeels geassimileerd en Nederlands geworden.

Izak Hildesheim was onder andere lid van een steuncomité voor joodse vluchtelingen die de pogroms in Rusland waren ontvlucht. De vluchtelingen werden hartelijk ontvangen in Groningen, maar wel met het idee dat zij weer verder zouden trekken. Ook in die tijd was er al kritiek op vluchtelingen. Zij zouden gelukszoekers zijn en ook het anders zijn werd benadrukt. Er werd namelijk niet geschreven over joodse, maar over Russische vluchtelingen.

In tegenstelling tot zijn vader kreeg Izak vele kinderen, die echter niet allen de volwassen leeftijd bereikten. Door het vrijwilligerswerk van hun vader en het reisverslag van hun grootvader werden de kinderen Hildesheim al vroeg bewust van de problemen van joden in Oost-Europa. Dit droeg hoogstwaarschijnlijk bij aan de ontwikkeling van hun zionistische sympathieën.

Zionisme 

Drie kinderen van Izak Hildesheim worden hier uitgelicht. Philip Hildesheim (1856), de oudste zoon, zette de bakkerij van zijn vader voort. Hij wilde bovendien net als zijn vader actief worden in de joodse gemeenschap. Philip stelde zich verkiesbaar voor het bestuur van de vereniging voor verschaffing van joods godsdienstonderwijs, maar kreeg daarin maar één stem. Hij werd verslagen door ene Gerzon, de zwager van zijn zusje Rebecca.

Rebecca Hildesheim (1861) trouwde met Jozef Gerzon (1857) en was actief in de joodse vrouwenbond. Zij bezocht lezingen van de zionisten in Groningen en schreef ingezonden stukken in de krant. Vooral het zionisme op religieuze grondslag, waarbij het verlangen naar de eenheid van het joodse volk centraal staat, sprak haar aan. Kinderen van Rebecca gingen al in de jaren twintig naar Israël.

Kishinew en zionisme

De meest interessante persoon in het gezin van Izaak Hildesheim was zonder twijfel Eliazar (1868). Hij was afgestudeerd als arts, en was gespecialiseerd tot oogarts, maar na zijn studie had hij talloze banen. Tot grote spijt van zijn ouders lag zijn hart vooral bij het theater. Later werd Eliazar bestuurslid van de Nederlandse Zionisten Bond (NZB). Een keerpunt in het leven van Eliazar was een pogrom in Chisinau (Kishinev, Moldavië) in 1903, dat hem inspireerde tot het boek Kishinew en zionisme. Deze pogrom kwam voor veel joden als donderslag bij heldere hemel en was voor Eliazar het bewijs dat alleen een nationaal joods tehuis een oplossing voor de vervolging bood.

In zijn boek uitte Eliazar kritiek op assimilatie, dat hij zelfbedrog noemde. Over Duitsland schreef hij dat nergens anders joden zo geassimileerd waren als daar, maar dat dat alleen mogelijk was door het eigen joodse karakter op te geven. Alleen binnen een eigen joodse staat zouden joden zichzelf kunnen zijn en gevrijwaard zijn van antisemitisme en vervolging. Wel was Eliazar dankbaar voor het Nederlanderschap, wat in strijd leek te zijn met zijn zionistische ideeën.