Carl Hesdörffer was uit Den Haag geëvacueerd, waar hij zich eerst vestigde. Toen hij in Zeist kwam wonen werd hij in januari 1941 lid van de Nederlands-Israëlitische Gemeente Utrecht. Hij protesteerde in februari tegen de hem opgelegde hoofdelijke omslag van die gemeente. Reden voor zijn protest was de teruggang van zijn inkomsten nu hij vanwege de oorlog geen rente meer uit de USA kreeg. En hij moest zijn huishoudster Necha Jachcel f 30 per maand betalen. Daardoor bleef er niet genoeg over om de aanslag van de Joodse gemeente te voldoen. Hij schreef zijn brieven in het Duits en in een moeizaam Nederlands, gebruikmakend van veel Engelse en Duitse woorden.
De brieven bevinden zich in het archief van de Joodse gemeente dat in Het Utrechts Archief berust: inv.nr. 825:94, 15 januari en 21 februari 1941