Rosetta Slagter, geboren op 5 October 1918 en de oudste dochter van Barend Mozes Slagter en Henriette Polak, woonde thuis in Rotterdam bij haar ouders op de Essenburgsingel 82b, waar haar vader een advertentiebureau runde. Zij was werkzaam op de stencil afdeling van een stencil inrichting, maar gaf ook bijlessen aan leerlingen van MULO en HBS. Zij had haar diploma Gymnasium B op het Rotterdams Lyceum behaald en was tevens in het bezit van de akte godsdienstonderwijs en werkte ook als godsienstonderwijzeres.
Rosetta was de enige van het gezin Slagter die op 26 Juli 1942 een officiële Sperre (legitimatie Z-1131) verkreeg van de Joodse Raad “wegens functie”. Behalve godsdienstonderwijzeres was zij ook hulpverpleegster in het Israelitisch Ziekenhuis in Rotterdam, waar zij tot 19 Januari 1943 gewerkt zou hebben. Op 22 April 1943 werd zij afgevoerd naar concentratiekamp Vught, van waar zij op 2 Juli weer werd doorgestuurd naar Westerbork en waar zij toen terecht kwam in barak 58.
Haar oudere broer als ook haar ouders hadden weliswaar een legitimatie van de Joodse Raad gekregen maar waren niet officieel “gesperrt”, d.w.z. vrijgesteld van deportatie tot nader order. Zij werden gelijktijdig opgepakt en afgevoerd naar Westerbork maar op verschillende data gedeporteerd naar – en vermoord in Sobibor. Haar twee andere zussen, waarvan één gehuwd was en jongste broer werden al begin Augustus 1942 in het kader van de "Arbeitseinsatz" naar Auschwitz gedeporteerd waar zij eind September 1942 om het leven kwamen.
Op 6 Juli 1943 werd Rosetta Slagter op transport gesteld naar Sobibor, waar zij bij aankomst aldaar op 9 Juli 1943 onmiddellijk in de gaskamers daar werd vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Barend Mozes Slagter; het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Rosetta Slagter en de website ITS Arolson/kampkaart Vught van Rosetta Slagter.