Meijer de Vries zat sinds 31 augustus 1942 in het werkkamp De Zomp bij Ruurlo. Toen de rest van het gezin thuis werd opgehaald in de nacht van 2 op 3 oktober 1942, bleef er een koffer met winterkleding achter in de voorkamer van de woning. Op kosten van de plaatselijke Joodse Raad werd de koffer nagezonden naar Westerbork.
Dochter Paula staat afgebeeld op twee foto’s in onderstaand boek. Zij werkte als dienstmeisje bij de Joodse familie Haas. Toen dit gezin in augustus 1942 onderdook, lieten zij het loon en andere eigendommen van Paula achter de woning achter.
C.B. Cornelissen, Onvoltooid verleden tijd: Jodenvervolging in Almelo (Oldenzaal 2006) 20, 89, 105-106, 118.
Verhaal