Arnold de Vries, zijn echtgenote Jansje “Jenny” de Vries-Cauveren en hun zoon Izak Robert “Robert” doken vlak vóór kerst 1942 onder bij een familie in Almelo. Daar zaten toen al drie familieleden van Jenny, het gezin Nord. Later kwamen er nog twee Joodse onderduikers bij.
Op dinsdagochtend 16 november 1943 werden de acht onderduikers ontdekt tijdens een inval van de politie, die bezig was met een onderzoek naar veediefstal en clandestien geslacht vlees. Ondanks smeekbedes van de onderduikers en de onderduikgevers om hen te laten gaan, hielden de agenten voet bij stuk en werd in een nabijgelegen uitspanning het politiebureau gebeld voor versterking.
De volgende dag werden de onderduikers al overgebracht naar Westerbork, vanwaar ze naar Polen werden gedeporteerd. Vader Nord was de enige van de onderduikers die na de oorlog terugkeerde.
Een uitgebreid verslag van de gebeurtenissen rond de arrestatie, is terug te lezen in onderstaand boek.
C.B. Cornelissen, Onvoltooid verleden tijd: Jodenvervolging in Almelo (Oldenzaal 2006) 192-198.
Verhaal