Het begon allemaal met een aanzichtkaart tijdens een gesprek met mijn negentigjarige zuster Bep over de tijden van weleer, het gesprek ging over haar eerste werkgever aan de toenmalige Hoogstraat in het centrum van Rotterdam.
Als 14 jarig meisje werd zij in het jaar 1938 via het arbeidsbureau aangenomen bij de firma Nathan Aandagt & Zoon gevestigd aan de Goudsesingel 108, een groothandel in emaille artikelen, tevens exploiteerde het bedrijf een winkel met galanterieën en stoffen aan de Hoogstraat 115 op de hoek van de Schotschesteeg alwaar mijn zuster te werk werd gesteld als winkelmeisje voor een loon van tweeënhalve gulden per week.
Haar directe baas was Sophia Aandagt-van Goch, de echtgenote van Nathan Aandagt, een mevrouw met groot koopmansschap die naast het beheer van de winkel tijdens marktdagen aan de Goudsesingel ook een vaste kraam had met lappen stof.
Op deze dagen werd met een handwagen door een loopjongen en Bep de handel naar de markt gereden en door mevrouw Aandagt met zorg op de kraam uitgestald.
Met verbazing en bewondering heeft mijn zuster naar mevrouw Aandagt staan kijken die met een bepaalde verkooptechniek de stoffen aan de man probeerde te brengen.
Toentertijd naaiden vele mensen als doe-het-zelvers hun kleding zelf met gevolg dat op de markt stoffen werden aangeschaft die niet te duur mocht zijn en liefst met een motief en kleur naar de laatste mode.
Dat was het terrein van mevrouw, zij was toch al oma van over de zestig jaar van een stel kleinkinderen van haar vijf zonen en dochters, die als een jonge meid bij een geïnteresseerde klant met een zwier en flair de stof om haar lichaam drapeerde om de klant te verleiden tot kopen dat meestal wel lukte.
Tijdens deze marktdagen werd de winkel beheerd door haar dochter Sophia Aandagt, iedereen noemde haar ` juf. Fietje` zij was min of meer het vertrouwenspersoon van Bep waar zij achteraf veel van heeft geleerd.
Van tijd tot tijd kwamen in de winkel tot wanhoop van iedereen twee schattige kleindochtertjes genaamd Marianne en Sophia van mevrouw Aandagt op bezoek in de leeftijd van vijf en zeven jaar van haar zoon Hartog, alles wat breekbaar was werd zo goed mogelijk veiliggesteld door vermaningen en waarschuwingen totdat ieder een zucht van verlichting slaakten als ze in het gunstigste geval zonder breuk de zaak weer verlieten.
Bep heeft er tot eind 1939 gewerkt, onze moeder was toentertijd in verwachting zodat het noodzakelijk was dat zij thuis in de huishouding kwam helpen.
Mevrouw en meneer Aandagt zijn daarna nog bij onze ouders aan de Ringvaartweg op bezoek geweest om te vragen of zij na deze periode weer terug kon komen, daar is dus door het uitbreken van de tweede wereldoorlog nooit van gekomen.
Op veertien mei 1940 werd het centrum van Rotterdam gebombardeerd met gevolg dat het bedrijf van Nathan Aandagt werd verwoest zowel aan de Goudsesingel als de winkel aan de Hoogstraat, hij heeft zijn groothandel toen verplaatst naar de Gouvernestraat 29 met een opslag aan de Zaagmolendrift 26 blijkens een advertentie in het Rotterdams Nieuwsblad.
De situatie werd voor deze mensen steeds problematischer om handel te drijven door toedoen van de bezetter, hun zoon Isaac Aandagt deed gelukkig als beëdigd makelaar in roerende goederen nog steeds wat zaken op zijn ouders woonadres aan de Oostzeedijk 284.
Mijn zuster heeft na het bombardement geen contact meer met de familie Aandagt gehad maar heeft hen nog in haar herinnering als fijne lieve mensen met een hart van goud en een grote vergevingsgezindheid.
Een magazijnjongen die diefstal had gepleegd in de groothandel aan de Goudsesingel werd veroordeeld tot een straf van vier maanden voorwaardelijk, toch kreeg hij van hen geen ontslag maar ze gaven hem weer hun volste vertrouwen en kon gewoon in het magazijn blijven werken.
Bij een gelegenheid ging juf. Fietje met een vriend toentertijd een weekje op vakantie naar Cannes in Zuid-Frankrijk, ze had er lang voor moeten sparen, ze beloofde Bep van uit haar vakantieadres een kaartje te sturen dat zij dan ook prompt deed.
Die aanzichtkaart van Fietje heeft Bep al die jaren bewaard, nu wetende dat in de oorlog vele joden zijn weggevoerd en vermoord vroeg ze aan mij of ik eens navraag wilde doen naar een familie Aandagt met de achterliggende gedachte dat er nog eventuele familieleden zijn die wellicht belangstelling hebben in die kaart.
Mijn eerste gedachte was om het telefoonboek van Rotterdam te raadplegen maar kon helaas daarin met een opkomend bewustwording van de toen afschuwelijke tragedie met al zijn onvoorstelbare verschrikkingen de naam van een familie Aandagt niet vinden…..
- Oudenaarden van Yperen
Tel. 010-4138083 Cees van Yperen c.yperen1@chello.nl