Louis van Dien was erg begaan met het lot van minder bedeelden en hielp hen met geld of goederen. Op 22 april 1941 leverde hij zijn radiotoestel in bij de politie. Een jaar later werd de manufacturenzaak van Louis en zijn zoon Niek onteigend. De bewindvoerder hield vader en zoon wel in dienst, totdat dit de Duitse instanties ter ore kwam, die vervolgens het ontslag van beide mannen eisten.
Ter voorbereiding op de deportatie had Louis voor zichzelf en zijn zoon een manchester pak laten maken, dat tegen een stootje kon. Ook bestelde hij drie grote stevige tassen bij een zeilmakerij.
In juli 1942 moest Louis zich melden in kamp Amersfoort. Zijn vrouw Sara werd met hun zoon Niek en zijn gezin en veel andere familieleden, opgepakt tijdens de razzia van 30 september 1942 in Alphen aan den Rijn. Toen Louis van Amersfoort naar Westerbork werd overgebracht, waren zijn vrouw, zoon, schoondochter en kleinkinderen al gedeporteerd.
In onderstaand boek vertelt een klant uit Woubrugge over zijn herinneringen aan Louis van Dien, die van tijd tot tijd naar het dorp fietste om daar zijn spullen te verkopen. De zoon van vrienden van Louis, vertelt hoe hij spullen bij zijn ouders in bewaring gaf en afscheid kwam nemen toen hij op weg was naar het station om zich te melden in kamp Amersfoort. Ook is in het boek correspondentie te vinden over de onteigening van de manufacturenzaak van de familie Van Dien en het vervolgens verstrekte bevel tot ontslag van Louis en zijn zoon uit de winkel.
Kees Visschedijk, ‘Waar ze ook heen gaan, ze hebben in elk geval mooi weer’: herinneringen aan de wegvoering van de Alphense Joden in 1942: Joodse onderduikers in Boskoop en Hazerswoude (Voorburg, herziene druk 2014) 25-27, 35-41, 45, 89-90, 174-175, 183.
Verhaal