Zaterdag 20 januari 1945, dus vandaag 76 jaar geleden, is de officiële datum van overlijden van Henri Sanders volgens de overlijdensakte in het Schiedams archief. Buchenwald (Duitsland) staat vermeld als de plek waar hij van ziekte of uitputting sterft of -op een andere manier- om het leven wordt gebracht. Sinds op z’n minst 1934 woont Henri (Hans) met zijn vrouw Jeannette (Nettie) in Schiedam; eerst op Broersvest 50c, dan op de Rotterdamsche dijk 228, en daarna op Broersvest, nummer 2a, vanaf 1 oktober 1936.
Broersvest 50c is halverwege het meest linkse blok op de foto; het adres op de Rotterdamsche dijk is verder naar rechts, voorbij de Singel, en niet zichtbaar op de foto; Broersvest 2a is de woning in het linker lage gedeelte van de HEMA-flat (flat Singelwijck), op de eerste van drie verdiepingen. (Beeldbank Schiedam; onbekende maker; vermoedelijk eind 1934 of begin 1935).
Henri Sanders wordt op 27 december 1898 te Leeuwarden geboren als derde zoon van Salomon Sanders en tweede zoon van Sara Blok, de tweede vrouw van Salomon na het vroegtijdig overlijden van zijn eerste vrouw. Henri heeft drie broers (David, Joseph en Louis) en één zusje Annie Floretta (na het jonge overlijden van een eerder zusje met de naam Naatje Floretta). Zijn vader is spiegel- en lijstenmaker aan de Sint Jacobsstraat 18 te Leeuwarden.
Henri en Louis komen beiden te werken in de zaak van hun vader. De winkel krijgt vooral veel klandizie van kunstenaars die op zoek zijn naar vakkundig inlijstwerk. Zijn zoons Henri en Louis gaan daarom het accent ook meer leggen op de kunsthandel en organiseren tal van exposities. Louis neemt de zaak over wanneer zijn vader donderdag 30 april 1936 overlijdt (hij wordt 70 jaar). Henri is op dat moment de zaak in Leeuwarden al lang uit om een filiaal in de Groningse Heerenstraat te leiden.
Henri trouwt op woensdag 31 oktober 1928 met Jeannette (Nettie) Davids, in het stadhuis van Amsterdam. Op dinsdag 9 oktober 1928 gaan zij daar in ondertrouw en na het trouwen komen zij te wonen in Groningen, aan de Radesingel 33a (volgens de advertentie in het Nieuwsblad van het Noorden van 9 oktober 1928).
Deze Nettie is een dochter van Mozes Davids en Rechel de Hes. Ze wordt in Amsterdam geboren op donderdag 3 juli 1902.
Het Groningse filiaal van de spiegel- en lijstenmakerij wordt niet zo succesvol. Na de sluiting (in/voor 1931?) wordt Henri uiteindelijk chef-inkoper van de kunstafdeling bij de Rotterdamse Bijenkorf. Dat betekent dat ze verhuizen naar Schiedam.
Op de Schiedamse gezinskaart wordt als beroep van Henri vermeld: “inkooper Bijenkorf”. Blijkbaar is het echtpaar vanuit Groningen eerst naar Amsterdam gegaan waar zij op 11 augustus 1931 uitgeschreven worden.
Gezinskaart Henri Sanders (gemeente Schiedam).
Het eerste geregistreerde adres in Schiedam is Broersvest 50c, vanaf 20 april 1934 (maar wellicht wonen ze daar al eerder of ze verhuizen dat jaar twee keer). In het adresboek van 1934 staat “Sanders, (H.), inkooper” genoteerd bij het adres Rotterdamsche dijk 228 I
Adresboek 1934, Gemeente Schiedam.
In de woning aan de Rotterdamsche dijk komt per 7 november 1934 ook schoonmoeder Rechel Davids-de Hes inwonen, als weduwe van Mozes Davids die op 16 oktober 1934 is overleden. Zij verhuist twee jaar later, per 1 oktober 1936, mee naar Broersvest 2 (I of a).
HEMA-flat in aanbouw (1934); Beeldbank Gemeentearchief Schiedam (nr. 31110; onbekende maker)
De levensgeschiedenissen van de broers van Henri zijn na te lezen op de website van de Stichting Stolpersteine Schiedam, onder VERHALEN (https://www.stolpersteineschiedam.nl/2017/12/11/henri-sanders-en-rechel-davids-de-hes/). Over David (Dé), zijn oudste broer, die rechten studeert, een gerenommeerd advocaat wordt met kantoor te Zwolle. Hij wordt in de oorlog lid van de Joodse Raad, afdeling Zwolle. Hij overleeft de oorlog door onder te duiken. Over Joseph (Jo), de net iets oudere broer, met een vlotte babbel die hem in Kamp Westerbork een baantje oplevert als de persoonlijke kippenverzorger van kampcommandant Gemmeker.
Over Louis, zijn jongere broer, die toe moet zien dat zijn kunsthandel wordt leeggeroofd. Dat gebeurt op 5 november 1941 door Duitsers die tegenover zijn zaak zijn gestationeerd in Hotel Phoenix. Daarna besluit Louis om met zijn vrouw onder te duiken, als de heer Zandstra en mevrouw Van der Pol. Zij overleven via negentien onderduikadressen de oorlog.
Op dinsdag 29 september 1942 overlijdt de stiefmoeder van David en biologische moeder van Joseph, Henri, Louis en Annie Floretta in Apeldoorn. Sara Sanders-Blok wordt 71 jaar.
Hoe het met Henri, Jeannette en Rechel verder gaat is niet met zekerheid te zeggen omdat bronnen elkaar op sommige punten tegenspreken. Het meest recente onderzoek betekent dat het verhaal op de website nog op enkele data en gebeurtenissen wordt aangepast. We denken nu dat het zo is gegaan:
Op 23 november 1942 ’s morgens worden Henri en Jeannette Sanders in Schiedam opgepakt en naar het politiebureau gebracht. Vandaar worden ze om 18.45 uur met nog zestien anderen op de trein naar Amsterdam gezet. De dag erop -of misschien nog een dag later- volgt (schoon)moeder Rechel (die in het ziekenhuis ligt); zij gaat met zeventien anderen ook met de trein naar Amsterdam. Het reisdoel is het Scheltemaplein; daar zetelt de Zentralstelle für Jüdische Auswanderung.
Henri wordt chef de bureau van de Joodse Raad en werkt voor de Expo. De Expo is een onderdeel van de Joodse Raad dat dient als verbindingskantoor tussen de Raad en de Zentralstelle. De Expositur regelt de vrijstellingen van deportatie (Sperre). Medewerkers van de “Expo” hebben daardoor toegang tot de Hollandsche Schouwburg.
Zo heeft Henri zich ook ingezet voor zijn schoonmoeder, Rechel Davids-de Hes. Rechel is na haar arrestatie vervoerd naar het verzamelpunt in de Hollandsche Schouwburg te Amsterdam. Op de kaart hieronder staat rechtsboven met potlood aangetekend dat zij op de schouwburglijst staat… Wellicht door de invloed van Henri wordt ze tijdelijk vrijgelaten en kan ze per 10 maart 1943 in de Dintelstraat wonen, ook te Amsterdam (nummer 28, 2 hoog); vermoedelijk zal die plek niet haar keus zijn geweest.
De vrijlating is niet van blijvende aard. Op vrijdag 14 mei 1943 arriveert Rechel alsnog in Westerbork. Op de kaart staat een aantal aantekeningen waaruit blijkt dat Henri in zijn functie als Expo-vertegenwoordiger bezig is geweest haar opnieuw een vrijstelling te bezorgen, om te voorkomen dat ze vanuit Kamp Westerbork op transport wordt gezet. Helaas blijft dit zonder effect. Reeds vier dagen na aankomst in Drenthe gaat ze op transport naar Sobibor waar ze direct na aankomst op vrijdag 21 mei 1943 wordt vermoord.
De Sperr voor haar dochter Nettie, vanwege de functie van Henri, werkt tot 20 juni 1943. Dan worden zij en Henri alsnog naar Kamp Westerbork getransporteerd maar het lukt Henri om opnieuw een functie te bemachtigen die verder transport blokkeert. Op de kaart van Jeannette staat “gesperrt wegens: echtgenoot”. En op zijn kaart “gesperrt wegens: functie”.
Uit informatie van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork blijkt dat Henri en Jeannette Sanders terecht komen op de zogenaamde ‘Stammliste’ die bescherming zou bieden. Uiteindelijk gaan ze wel op transport, op 4 september 1944 dus na ruim een jaar in Kamp Westerbork, naar Theresienstadt (Gruppe Stammlager), Terezin in bezet Tsjecho-Slowakije. Het is het op één na laatste transport, nummer 101; het transport ervoor gaat naar Auschwitz, het transport erna naar Bergen-Belsen. Een transport naar Theresienstadt, geen vernietigingskamp, duidt op een voorkeursbehandeling en die geldt voor beide gezinnen Sanders want ook Jo Sanders, de persoonlijke kippenverzorger van kampcommandant Gemmeker, vertrekt met dit transport. Een ooggetuige meldt dat Gemmeker hem een kip en zo’n twintig eieren meegeeft.
Het verblijf in Theresienstadt duurt niet lang: aan het eind van de maand, op vrijdag 29 september 1944 [zie de datumstempel op de kaart hierboven na “Deportace … dne: 29 IX 1944], worden alle Sandersen, -met uitzondering van Nettie- alsnog op transport gesteld naar Auschwitz. Martha, de vrouw van Joseph, en zijn kinderen worden daar op zondag 8 oktober 1944 vermoord. Nettie, de vrouw van Henri, keert na de bevrijding uit Theresienstadt naar Nederland terug.
Henri en zijn broer Joseph zijn nog in leven in Auschwitz wanneer het Rode Leger het kamp nadert. Op vrijdag 17 of zaterdag 18 januari 1945 besluiten de Duitsers alle gevangenen die nog enigszins gezond zijn op een zogenaamde dodenmars te zenden. Het uiteindelijke doel is Dachau of Buchenwald te bereiken. Wie ‘geluk’ heeft vindt nog een plaats in een open goederenwagon. Op 19 januari 1945 verovert het Rode Leger inderdaad Lodz en Krakau, vlakbij Auschwitz.
Zowel Henri als Joseph bereiken Buchenwald, bij Weimar. Joseph houdt het vol tot 31 maart 1945 maar hij overlijdt/wordt vermoord in het zicht van de bevrijding; die is op 11 april 1945, door de zesde pantserdivisie van het derde Amerikaanse leger.
Volgens de overlijdensakte die in 1953 wordt opgemaakt, sterft Henri in Buchenwald al op 20 januari 1945, en daarom wordt die datum op de struikelsteen gebruikt. Volgens een andere bron is het een maand later, op zaterdag 17 februari 1945; hij is dan 46 jaar oud. Hoe hij sterft is onbekend: door uitputting en ziektes kan iemand net zo vermoord worden als door een kogel.
Op de Broersvest voor nummer 2a liggen twee Stolpersteine, om te herinneren aan Henri Sanders en zijn schoonmoeder Rechel Davids-de Hes door hun naam te lezen en al doende voor hun tweeën het hoofd te buigen.