Verhaal

75 + 3 JAAR GELEDEN

Verhaal van de Stichting Stolpersteine Schiedam. www.stolpersteineschiedam.nl

Op vrijdag 11 december 1942, dus vandaag exact 78 jaar geleden, worden Jonas de Jong en zijn vrouw Sara de Jong-Penha (beiden op dat moment 45 jaar) in Auschwitz vermoord. In Schiedam wonen ze sinds oktober 1936 op het adres Boerhaavelaan 54b – II, tweehoog dus, tot de zwarte dagen van november 1942.

Jonas is het tweede kind van Eliazer de Jong (Leeuwarden, 3 september 1862) -winkelier en kleermaker- en Breine Kan (Leeuwarden, 12 februari 1862). Eliazer en Breine trouwen in Amsterdam op 3 januari 1894 en krijgen op 17 oktober van dat jaar het eerste kindje; ze noemen haar Minke. Ze wonen dan in de Van Swindenstraat 62, in Amsterdam.

Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijving
Geboorteakte van Minke de Jong, het eerste kindje van Eliazer en Breine de Jong.

Drie jaar later, op 10 augustus 1897, wordt Jonas geboren, op hetzelfde adres in Amsterdam. De omschrijving van het beroep van vader Eliazer is wel veranderd: van “winkelier” in 1894 naar “manufacturier” in 1897.

Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijving
Geboorteakte van Jonas de Jong, het tweede kind van Eliazer en Breine de Jong.

Van de volwassen Jonas is bekend dat hij niet groot van stuk is, met zijn nog geen één meter 60. Wellicht dat hij daarom ongeschikt wordt verklaard voor militaire dienst. Van de vijfjarige HBS (Hogere Burger School) doorloopt hij drie jaar. Als hij achttien is gaat hij naar Frankfurt am Main, op 16 november 1915. Hij keert weer terug naar Amsterdam maar gaat in 1922 opnieuw naar Frankfurt waar op 21 december 1921 zijn zus Minke is getrouwd met Israël Chaim Kunke (Ball). Die achternaam spreek je uit als “Kunke genannt Ball”. Jonas vertrekt in 1927 opnieuw naar Amsterdam maar gaat in 1930 weer terug naar Frankfurt.

Zijn zus heeft inmiddels vier zoons met Israël Chaim: Bruno Paul en Norbert Marius zijn geboren in Frankfurt am Main, in 1923 en 1925. In 1927 volgt Emile David, met Berchem bij Antwerpen als geboorteplaats. De vierde zoon, Salomon, wordt in 1930 geboren te Amsterdam.

Oplettende Schiedammers, zeker degenen die overlijdensadvertenties spellen, zouden de naam Emile David Kunke moeten herkennen. Jan Dirk Wuister -de latere dominee J.D. Wuister- is klasgenoot van Emile en hij herdenkt het overlijden van zijn schoolvriendje elk jaar door rond 16 juli een advertentie te plaatsen in Het Nieuwe Stadsblad. In een artikel in Het Vrije Volk van 6 augustus 1986 pleit Wuister al voor een gedenksteen voor alle omgebrachte Joodse Schiedammers (zie de Krantenkijker van het Schiedams Archief). Wanneer deze predikant van de Nederlands Hervormde Kerk in 2010 overlijdt, gaan de herdenkingsadvertenties voor Emile David en familie gewoon door.

 

Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijving
Herdenkingsadvertentie in HNS van 22 juli 2020, in opdracht van/uit naam van dominee Wuister.

Via de Jodenbreestraat in Amsterdam komt het gezin Kunke genannt Ball op 13 september 1930 terecht aan de Professor Kamerlingh Onneslaan 119 in Schiedam (echte Schiedammers noemen het natuurlijk de PKO-laan). Daar gaat Jonas op 16 oktober 1931 inwonen wanneer hij opnieuw uit Frankfurt is teruggekeerd. In 1934 verhuist Jonas mee met zijn zus, zwager en vier zoons, naar de Vlaardingerdijk, nummer 137 b. Voor dat huis zullen in 2021 zes Stolpersteine worden geplaatst, ter herinnering aan dit Schiedamse gezin dat op 16 juli 1943 wordt vermoord in Sobibor.

Jonas gaat in oktober 1936 wonen aan de Boerhaavelaan, op nummer 54b, tweehoog, met de vrouw waarmee hij kort ervoor, op 3 juni 1936 in Amsterdam is getrouwd: Sara Penha. Zij is dan 39 en Jonas wordt dat in augustus. Hij is boekhouder en zij is zonder beroep, zo heet dat dan.

Boerhaavelaan in 1935: de woning van het echtpaar De Jong-Penha staat aan de linkerzijde, in het tweede gedeelte, te ver weg om te herkennen (Beeldbank Schiedam; B.M.S. Rotterdam).

Sara is het negende en laatste kind van Elias Penha (20 september 1854, Amsterdam) en Judith Mozes Millem (12 juni 1855, Antwerpen). Via haar broer Henri en zijn huwelijk met Clara Reiss, zus van Abraham Reiss, is er een link met de familie Krabbé. Abraham Reiss is de grootvader waaraan Jeroen Krabbé in 2010 een serie schilderijen heeft gewijd: “De ondergang van Abraham Reiss”. Van mei tot oktober 2016 werden deze negen grote werken geëxposeerd in het Nationaal Holocaust Museum i.o. te Amsterdam ( zie https://jck.nl/nl/tentoonstelling/de-ondergang-van-abraham-reiss ).

Sara wordt geboren op 3 maart 1897, te Amsterdam. Haar vader is diamantwerker.

Geboorteakte van Sara Penha.

Er is jammer genoeg geen informatie over haar leven tot aan het huwelijk met Jonas de Jong in 1936. In die tijd was het niet ongebruikelijk dat de jongste dochter geacht werd de ouders in het huishouden bij te staan. Het zou kunnen dat een groot deel van haar leven is gevuld met zorg voor beide ouders en vanaf 1927, wanneer haar moeder overlijdt, voor haar vader die in 1939 komt te sterven.

Ook over het echtpaar De Jong-Penha is weinig terug te vinden. Waar is Jonas boekhouder geweest, bij welk bedrijf? Onbekend. Het adres Boerhaavelaan 54b heeft één ‘hit’ in het krantenarchief van het Schiedams gemeentearchief. In 1936 woont op dat adres, vermoedelijk in de woning op de begane grond, de secretaris van de rooms-katholieke schaakvereniging “Studie Brengt Overwinning”.

 

Nieuwe Schiedamsche Courant, 22 september 1936 (Krantenkijker Archief Schiedam)

Meer gegevens zijn er niet. Behalve dan de vermelding waaruit blijkt dat het echtpaar De Jong-Penha is opgepakt in de aanloop naar -of tijdens- de zwarte dagen van Schiedam in de bezettingstijd, van 23, 24 en 25 november 1942. Op 22 november worden ze om 11.15 uur thuis opgehaald, zo staat geregistreerd. Een andere bron meldt dat ze die dag al arriveren in Kamp Westerbork.

Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijvingDe kaart van Jonas de Jong in de Arolsen Archieven; rechtsboven de registratie van aankomst in Kamp Westerbork en met rood potlood de transportdatum: 8.12.42.

Op dinsdag 8 december 1942 vertrekt een trein met elf wagons waarin 927 personen (waaronder 131 kinderen). Ze arriveren op 10 december in Auschwitz: “Na de selectie worden 39 mannen en drie vrouwen toegelaten tot het kamp en krijgen de nummers 81224-81262 en 26618-26620. De resterende 885 mensen worden vermoord in de gaskamers.” Een andere bron meldt dat er in Kosel al zestig personen uit de trein zijn gehaald om daar in de omgeving te werk te worden gesteld; daarvan zouden twee het overleefd hebben.

Jonas en Sara overleven het niet. Ze lopen -hopelijk niet van elkaar gescheiden na pas 6½ jaar huwelijk- naar hun dood, op 45-jarige leeftijd. Of ze elkaar voor het laatst omarmen als het gas zich door de ruimte verspreid… we weten het niet.

Op de Boerhaavelaan, voor nummer 54b – II, liggen twee Stolpersteine, om te herinneren aan Jonas de Jong en zijn vrouw Sara de Jong-Penha door hun naam te lezen en al doende voor hun tweeën het hoofd te buigen.