Elsa Sara Meijer was een dochter van Max Meijer en Henriette Schlesinger. Elsa was geboren in Berlijn op 22 december 1873 en trouwde, eveneens in Berlijn op 8 juli 1894 met Theodor Rothe (* 6 februari 1859 Mesaritz Dld), die echter al op 16 november 1930 overleed. Het echtpaar had in ieder geval één zoon, Walther Gabriel Hirsch Rothe (* 7 april 1895 Berlijn) bouwkundig ingenieur van beroep.
Walther trouwde op 29 september 1934 in Berlijn met Gertraud Anna Marie Adelheid Jacobi (* 22 januari 1908 Steglitz Dld) , dochter van Alfred Gustav Ludwig Jacobi en Frieda Helene Marie Lüdeke.
In juli 1934 vestigde Walther zich in Amsterdam; Gertraud voegde zich in oktober bij hem. Zij verbleven daar op diverse adressen, waaronder in 1938 in de Heerenstraat 29. Op 27 september 1938 vestigde Elsa zich ook in Amsterdam aan de Damstraat 34b. Op 22 april 1940 verhuisden zij alle drie naar Zandvoort B. Engelbertstraat 107. Zij verbleven daar kort want in oktober 1940 verhuisden zij alle drie naar Nijmegen.
Elsa woonde in de van Slichtenhorsstraat 22 en Gertraud en Walther in de Stijn Buysstraat 4 om kort erop te verhuizen naar de Graafseweg 191. In augustus 1941 is tot 1943 enkel een postbus nummer bekend, vermoedelijk zijn zij toen allen ondergedoken. Gertraud kon niet tegen alle spanningen rond de vervolging van Joden en pleegde uiteindelijk op 1 april 1944 zelfmoord. Zij ligt begraven op Rustoord in Nijmegen.
Wanneer Elsa precies werd opgepakt is niet bekend. Op haar persoonskaart staat vermeld "mei 1943 Duitsland". Zij werd op 2 april 1943 vanuit Westerbork naar Sobibor op transport gesteld waar zij werd omgebracht.
Van Walter is bekend dat hij in december 1945 naar Zandvoort is verhuisd. Hij heeft de oorlog overleefd. Walter en Gertraud zouden drie kinderen hebben gehad; in 1943 waren zij 5, 7 en 9 jaar oud. Zij zouden tijdens d e oorlog ondergebracht zijn op het Friese platteland.
www.oorlogsdodennijmegen.nl