Salomon Roos was een zoon van Levie Roos en Sara Binger. Hij was geboren op 24 December 1893 in Rotterdam als jongste in een gezin van in totaal zeven kinderen. Zijn broers en zussen waren Roosje, Heiman, Maria, Jacob, Heijman en Alida.
Levie Roos, de vader in het gezin, was winkelier in confectie. Hij vertrok al in Maart 1919 vanuit Rotterdam naar Antwerpen en woonde daar vele jaren met zijn gezin. Sara Binger, moeder in het gezin, overleed al voor 1923 waarop Levie Roos in Juli 1923 hertrouwde met de niet Joodse Ardina Maria den Teuling uit Den Bosch. Levie zelf is waarschijnlijk vóór 1933 in Antwerpen overleden.
Van de kinderen van Levie en Sara is het volgende bekend: Roosje werd 6 September 1944 in Auschwitz vermoord; Heiman stierf op 4 Februari 1882 in Rotterdam, slechts 4 maanden oud; Van Maria is het onduidelijk of zij tijdens de Sjoa is omgekomen of dat zij de verschrikkingen van Bergen Belsen heeft overleefd; Jacob is vanuit Mechelen met konvooi 8 naar Auschwitz gedeporteerd en daar op 11 September 1942 vermoord; van Heijman en zijn gezin is niet bekend of zij de oorlog hebben overleefd of niet en Alida overleed op 23 Augustus 1930 in Antwerpen, 41 jaar oud.
Salomon Roos trouwde in Schaerbeek in België op 7 April 1920 met Veronica Frank, die ook wel Veronique werd genoemd. Zij was een dochter van Salomon Frank en Catharina Frank en was geboren op 18 October 1896 in Rotterdam. Salomon trok als handelsreiziger naar verschillende steden in Europa: hij woonde o.a. in Monaco, Brussel, Parijs, Berlijn en Antwerpen, van waar hij met zijn vrouw en dochter Saartje in 1926 in Den Haag werden ingeschreven.
Salomon en Veronica kregen drie kinderen samen, t.w. Saartje op 9 Maart 1921. Zij werd geboren in het Vorstendom Monaco. Daarna volgde op 31 October 1926 hun zoon Salomon, die in Parijs werd geboren en hun derde kind was Catharina, die op 21 September 1928 in Brussel werd geboren. Op 12 Juni 1934 verhuisden Salomon Roos met zijn vrouw en drie kinderen van Antwerpen naar Sint Joost ten Node, gelegen in het hoofdstedelijk gewest van Brussel. Niet bekend is of het gezin Roos-Frank nadien nog elders heeft gewoond.
Uit het Memoriaal van de Deportatie van de Belgische Joden is duidelijk geworden dat het gezin van Salomon Roos – behalve Saartje - met gevangenen-nummers 79, 80, 81 en 82 op 15 Januari 1943 met konvooi IXX (19) vanuit Mechelen werden gedeporteerd naar Auschwitz. Dit konvooi met in totaal 1555 personen kwam op 18 September 1943 in Auschwitz aan. 1087 personen worden onmiddellijk vergast in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau. Van de anderen overleven er uiteindelijk slechts weinigen.
Dit betekent dat Veronica Frank en de twee kinderen Salomon en Catharina Roos waarschijnlijk direct bij aankomst op 18 Januari 1943 in Auschwitz zijn vermoord en Salomon Roos mogelijk op een latere datum, maar door ontbreken van officiële aangiftes van overlijden en documenten is het niet bekend waar en op welke datum zij precies om het leven zijn gekomen. Van hun dochter Saartje is verder niets bekend geworden.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Rotterdam, gezinskaart van Levie Roos 1854; het Antwerps Vreemdelingen Dossier nr. 212328-images 899-904 voor Salomon Roos 1893; Antwerps Vreemdelingen Dossier 153197 voor Salomon Frank 1868; het Gemeente archief Den Haag, gezinskaart Salomon Roos; en het Memoriaal van de Deportatie van de Belgische Joden, pagina 29