Andries Vos was een zoon van Hijman Vos en Lea van West. Hij was op 1 September 1883 in Amsterdam geboren, werkte eerst als sigarenmaker maar werd later diamantbewerker van beroep. Hij trouwde met Aaltje Bonn in Amsterdam op 26 Juni 1907, een dochter van David Bonn en Femma Spijer. Het echtpaar kreeg drie kinderen, t.w. Lea in 1907 en na het vertrek van het gezin naar België werden Stephania in 1909 en Emilius (doorgaans Emilie genoemd), in 1911 in Borgerhout geboren.
Het echtpaar woonde op Rapenburg 15 en verhuisde na de geboorte van Lea in 1908 naar de Rapenburgerstraat 51. Op 13 Juli 1909 vertrokken Andries, Aaltje en dochtertje Lea naar Borgerhout, keerden vandaar in April 1916 terug naar Amsterdam maar vertrokken opnieuw naar Antwerpen op 9 April 1923. Na terugkeer in Amsterdam op 6 Maar 1940 werden Andries en Aaltje ingeschreven op de Nieuwe Prinsengracht 92.
Van de drie kinderen van Andries Vos en Aaltje Bonn werden Lea en haar gezin tijdens de Sjoa vermoord, werden Stephania en haar man in Sobibor vermoord – hun kinderen overleefden de Holocaust en van het gezin van Emilius Vos zijn de kinderen Andries, Izaak en Herman en zijn vrouw Rebecca Nabarro in Auschwitz vermoord; hij zelf overleefde de Sjoa en overleed in 1999.
Op 5 Juni 1943 werden Andries Vos en zijn vrouw Aaltje Bonn in Amsterdam opgepakt en afgevoerd naar Westerbork, waar zij in barak 63 moesten wachten op hun deportatie. Die volgende op 8 Juni, toen zij op transport gesteld werden naar Sobibor. Bij aankomst aldaar werden Andries en Aaltje Vos onmiddellijk in de gaskamers daar vermoord.
Bronnen o.a. het Felix Archief, vreemdelingen dossier 1120#714 voor Andries Vos uit Borgerhout; het stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Andries Vos en Archiefkaarten van Andries Vos en Aaltje Bonn en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Andries Vos en Aaltje Vos-Bonn.