Jozeph Cohen was op 14 October 1900 geboren in Amsterdam als zoon van Philip Cohen uit Dordrecht en Mina Eismann uit Venlo. Hij woonde met zijn ouders en broers Meijer, Jacob en Mozes in Antwerpen en in Den Haag waar Jozeph van 1915 tot 1919 werkte als loopknecht maar later werd hij handelsreiziger van beroep. In Juli 1919 verhuisde Jozeph met zijn familie naar de Carnotstraat 168 in Borgerhout.
Op 6 Maart 1923 trad de 22-jarige Jozeph Cohen in Antwerpen in het huwelijk met de 17-jarige Leonora Vos. Zij was een dochter van Hijman Vos en Lea van West en woonde sinds 1919 in Antwerpen. Op 30 November 1923 werd toen daar hun eerste dochter Mina geboren. In 1932 woonden Jozeph en Leonora in Deurne (Antwerpen), waar op 6 Januari 1933 hun tweede kind, Philip genaamd, werd geboren en vervolgens vestigde het gezin zich in Juni 1934 in de Junonstraat 9 in gemeente Berchem.
Het huwelijk van Jozeph en Leonora hield echter geen stand. Vermoedelijk zijn zij in het najaar van 1935 of in 1936 in Antwerpen gescheiden; op 10 October 1935 vertrok Jozeph Cohen vanuit Berchem naar de Van Hovestraat 38 in Deurne (Antwerpen) en Leonora Vos naar de Van Haverlei 60, en woonden zij elk op aparte adressen.
Jozeph Cohen is toen op 29 October 1938 voor de tweede keer in Antwerpen in het huwelijk getreden met Bertha de Haan, geboren op 5 November 1900 in Amsterdam als dochter van Barend de Haan en Helena Muijs. Bertha was koopvrouw van goud en oude edelmetalen.
In September 1939 kwamen Jozeph en Bertha naar Amsterdam en betrokken een woning in de Sint Antoniebreestraat 74 II, maar een maand later verhuisden zij naar de Nieuwe Hoogstraat 30 en op 19 April 1941 naar de Holendrechtstraat 41 hs. Vanaf 6 November 1942 werd Jozeph Cohen aangesteld als schoonmaker bij de Joodsche Vereniging voor Verzorging en Verpleging (JVvVV) met een legitimatie van de Joodse Raad nr. A-1657 en werd werkzaam bij de Joodsche Invalide op het Weesperplein in Amsterdam. “Officieel” waren Jozeph en zijn vrouw Bertha niet “gesperrt”.
Op 24 Februari 1943 werden Jozeph en Bertha opgepakt en naar het concentratiekamp Vught gestuurd. Daar werd Jozeph keukenhulp en Bertha naaister bij de afdeling van de Amsterdamse bontwerkerij Splitter, waar mutsjes, vesten en voeringen voor officiersjassen werden gemaakt.
Op 21 Mei 1943 werd Jozeph tewerkgesteld in het z.g. Buitenkamp Moerdijk waar hij verbleef in barak 2b tot begin Juli 1943. Toen werd hij teruggestuurd naar Vught en op 3 Juli kwam hij terug in Westerbork, wachtend in barak 63 op zijn deportatie. Die volgde op 13 Juli naar Sobibor en bij aankomst aldaar op 16 Juli 1943 werd Jozeph Cohen onmiddellijk in de gaskamers vermoord.
Zijn echtgenote, Bertha de Haan, die werkzaam was bij Splitter in Kamp Vught werd pas op 12 September 1943 teruggestuurd naar Westerbork, waar zij in barak 60 moest wachten op haar deportatie. Op 14 September werd Bertha Cohen-de Haan op transport gesteld naar Auschwitz en bij aankomst op 17 September 1943 direct in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord.
Bronnen o.a. het Felix Archief Antwerpen, vreemdelingen dossiers van Jozeph Cohen uit Berchem nr. 20620; het stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Jozeph Cohen en Bertha de Haan; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Jozeph Cohen en Bertha Cohen-de Haan; website ITS Arolson, kampkaarten Vught van Jozeph Cohen en Bertha Cohen-de Haan; website Traces of War/Buitenkamp Moerdijk en de website google books/ Het hele leven is hier een wereld op zichzelf: de geschiedenis van Kamp Vught/firma Splitter door Marieke Meeuwenoord en een toevoeging van een bezoeker van de website.