Verhaal

De familie van Hijman Polak en Froukje de Haan

Door: Astrid

Hijman Polak was het vijfde kind van David Manus Polak en Carolina Barendina Roe. Op 13 maart 1889 werd hij militair gekeurd, maar hij werd vrijgesteld vanwege broederdienst. Hij was diamantslijper en diamantversteller en trouwde op 12 juni 1889 met Froukje de Haan, dochter van pakhuisknecht Philip Simon de Haan uit Amsterdam en Racheltje Polak uit Leeuwarden. Hijman en Froukje kregen 5 kinderen: Carolina, Philip, Rachel, David en Jacob. Carolina, Rachel en Jacob zijn al op hele jonge leeftijd overleden. Philip en David hebben hun eigen gezin gesticht.

Drie dagen na het overlijden van hun jongste zoon Jacob, op 14 februari 1902, sprak de arrondissementsrechter van Amsterdam de echtscheiding van Hijman en Froukje uit. Hijman vertrok een jaar later naar Antwerpen, waar hij volgens de administratie van het stadsarchief van Amsterdam op het adres van Abraham de Leeuw, de man van zijn zus Schoontje, werd bijgeschreven. Vanuit de archieven van de vreemdelingendossiers van de stad Antwerpen is te lezen dat Hijman (daar ingeschreven als Heyman) naar Anderlecht verhuisde, waar hij tot april 1912 op verschillende adressen heeft gewoond. In Anderlecht is Hijman op 17 maart 1909 getrouwd met de weduwe Bertha Ebers, geboren in Luik en dochter van een Amsterdamse vader en een Franse moeder. Bertha was eerder getrouwd geweest met Herman de Mark. In april 1912 zijn Hijman en Bertha naar Borgerhout vertrokken. Zij woonden toen aan de Kweekerijstraat 44. Daarna verhuisden ze naar de Somersstraat 49 in Antwerpen. Op 31 mei 1919 werd Hijman officieel uitgeschreven uit de registers van de gemeente Amsterdam en werd hij volgens dit archief wederom bij Abraham de Leeuw in Antwerpen bijgeschreven. Bij het huwelijk van zijn zoon Philip is vastgelegd dat hij zich in Anderlecht bevond. Hij is kennelijk daarna naar Brussel vertrokken, omdat dit in de huwelijksakte van zijn zoon David is vermeld. Over zijn overlijdensgegevens of over die van zijn tweede vrouw Bertha en haar ouders is niets gevonden.

Op 20 juni 1918 trouwde Froukje als 48-jarige met de 56-jarige roosjesslijper Eliazer Hoost, weduwnaar van Aaltje Bierman en zoon van diamantslijper Levie Eliazer Hoost en Roosje Isaac Kijzer uit Amsterdam. Uit allerlei bronnen blijkt dat deze tweede man van Froukje in veel gevallen de plaats van haar eerste man heeft ingenomen, bijvoorbeeld als getuige bij de huwelijken van de kinderen van Froukje en Hijman.

Froukje de Haan en Elizazer Hoost hebben beiden de oorlog niet overleefd. Eliazer is vlak voor het begin van de oorlog in Amsterdam overleden op 19 april 1940. In Het Volk is een overlijdensadvertentie geplaatst, waarin ook Philip en David Polak, de twee zonen uit het eerdere huwelijk van Froukje met Hijman Polak, en hun vrouwen  vermeld zijn. Froukje is als gevolg van de nazivervolging overleden. Op 25 februari 1943 kwam zij in barak 84 van Westerbork terecht. Aan de informatie op de kaart uit de cartotheek van de Joodsche Raad is te zien dat er nog een poging is gedaan om Froukje vrij te krijgen, maar dat heeft niet mogen baten. Ze is op 2 maart 1943 op transport gezet naar Sobibor, waar zij direct na aankomst is vermoord. Ze was 73 jaar. Froukje is in Gedenkboek 15 van de Oorlogsgravenstichting opgenomen.

Gebaseerd op de indexen van het stadsarchief van Amsterdam, het archief van de Diamantbewerkersbond en gegevens van de Arolsen Archives, het Felix archief van Antwerpen, WieWasWie, Delpher en de Oorlogsgravenstichting.