Levie Augurk was een zoon van Leendert Augurk en zijn eerste vrouw Rosa Bernhard. Hij was in Amsterdam geboren op 24 Maart 1887 en had nog een oudere zus Rika, die met Salomon Porcelijn getrouwd was en nog een jongere zus Maria, die met Isaac Wagenhuis trouwde. Zijn moeder Rosa Bernhard is op 7 Januari 1889 in het kraambed gestorven bij de geboorte van haar derde kind, dat op 3 Januari werd geboren. Zijn vader hertrouwde een jaar later met Katharina van Thijn, waarna Levie nog twee halfbroers kreeg: Jacob in 1891 en David in 1893.
Levie Augurk trouwde op 4 Juli 1923 in Amsterdam met Elisabeth Koopman, een dochter van Joël Koopman en Leentje Cohen. Het echtpaar kreeg drie kinderen, t.w. Jozeph in 1924, Roza in 1927 en Lea in 1928. Levie Augurk verdiende zijn brood als fietsbewaarder bij een bioscoop. Hij woonde met zijn familie op het Rapenburg 15 II in het oude centrum van Amsterdam.
Nadat Levie en Elisabeth in 1923 getrouwd waren, woonden zij in de Korte Dijkstraat 8 maar verhuisden nog naar het Meerhuizenplein 20, de Meernhuizenstraat 17 en na opnieuw nog een aantal verhuizingen kwamen zij op 13 Juli 1935 op Rapenburg 15 II te wonen, waar Levie Augurk echter op 25 December 1940 plotseling overleed.
Levie’s weduwe, Elisabeth Koopman en haar kinderen Roza en Lea werden op 26 November 1942 opgeroepen zich in Westerbork te vervoegen. Op 4 December werden zij op transport gesteld naar Auschwitz, waar zijn bij aankomst op 7 December 1942 direct in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau werden vergast.
Zoon Jozeph daarentegen – die werkzaam was in een rijwielstalling, mogelijk bij zijn vader - zou op 31 Juli 1942 op transport gaan voor de z.g. Arbeitseinsatz in Duitsland; hij zal daarvoor eerder al een oproep ontvangen hebben, maar op 25 Juli 1942 kreeg hij uitstel van deportatie. Niet bekend is waarom hij dat uitstel verkreeg.
Jozeph Augurk verbleef per 22 Januari 1943 op de Plantage Parklaan 15 hs, waar het A.C. Wertheimhuis was gevestigd, een dependance was van het Centraal Israëlitisch Krankzinnigengesticht “Het Apeldoornsche Bosch” in Apeldoorn en waar hij volgens de administratie van de woningkaart Plantage Parklaan 15 Amsteram "inwoner" was. Op 3 Februari 1943 werd het pand geplunderd, waarna Jozeph op 23 Februari 1943 terechtkwam op de Nieuwe Herengracht 137. Hij werd uiteindelijk op 4 Mei 1943 vanuit Westerbork gedeporteerd naar Sobibor en bij aankomst aldaar op 7 Mei 1943 onmiddellijk in de gaskamers vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Levie Augurk; archiefkaarten van Levie Augurk, Elisabeth Koopman en Jozeph Augurk; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Elisabeth Augurk-Koopman, Jozeph Augurk, Lea Augurk en Roza Augurk; woningkaart Plantage Parklaan 15 Amsterdam en de website joodsamsterdam.nl/a.c.wertheimhuis.