Catharina Wagenhuis was de jongste van de drie dochters van Isaäc Wagenhuis en Maria Augurk. Zij was geboren op 25 Maart 1924 in Amsterdam en was naaister van beroep. Zij was ongehuwd en woonde thuis bij haar ouders in de Bethaniëndedwarsstraat 15 II en vanaf Augustus 1941 in de Jodenbreestraat 2 I in Amsterdam. Catharina had twee zusters: Sara, die op 30 Mei 1914 was geboren en in 1936 trouwde met Samson de Vries en vanaf haar trouwdag niet meer thuis woonde, en haar oudste zus Rosa, die op 26 November 1912 was geboren.
Op 26 Mei 1943, toen de Duitsers een grootschalige razzia organiseerden, werden zo’n 3000 Joden opgepakt, waaronder óók Catharina Wagenhuis. Via het verzamelpunt Polderweg werden zij afgevoerd naar het station Muiderpoort en van daar per trein naar Westerbork gestuurd. Catharina kwam daar in barak 57 terecht maar werd al op 1 Juni 1943 met nog 3005 andere gedeporteerden op transport gesteld naar Sobibor. Bij aankomst aldaar op 4 Juni 1943 werd de 19-jarige Catharina Wagenhuis met vele anderen onmiddellijk vermoord in de gaskamers. De enige overlevende van dat transport was Jules Schelvis.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Isaäc Wagenhuis, archiefkaart Isaäc Wagenhuis en Catharina Wagenhuis; woningkaart Amsterdam Bethaniëndwarsstraat 15 II; het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Catharina Wagenhuis en de wikipedia website jodentransporten vanuit Nederland.nl.