Josephine Mendel was de tweede vrouw van Hartog van Geldere. Zij was geboren in Linnich in Duitsland en trouwde met hem in Hannover op 15 Juli 1902, nadat Hartog’s eerste vrouw Jettchen Goldberg op 20 Januari 1901 in Den Haag was overleden. Uit het huwelijk van Josephine en Hartog werden nog drie kinderen geboren, t.w. Salomon, Sophia Sabine en Sibilla. Uit het eerste huwelijk van Hartog en Jettchen was in 1898 een zoon geboren, Berthold Joël van Geldere, die in 1929 gehuwd was en met zijn gezin in Rotterdam woonde.
Salomon van Geldere werd op 27 Juli 1903 in den Haag geboren; hij was ongehuwd en was werkzaam als magazijnbediende. Sibilla, de jongste, was geboren op 15 October 1906 in Den Haag; zij werkte als een hulp in de huishouding en was ook ongehuwd.
De middelste dochter was Sophia Sabine, geboren op 24 April 1904 in Den Haag; zij trouwde op 16 Januari 1935 met Israel Feiwel Schnur, die op 26 October 1905 in Gorlice in Polen was geboren. Zij emigreerden op 3 Mei 1935 naar Tel Aviv in Palestina en hebben de Holocaust niet meegemaakt.
Op 64-jarige leeftijd overleed Hartog van Geldere op 2 Juni 1923 in Den Haag en werd begraven op de Joodse begraafplaats in Wassenaar. In 1926 verhuisde Josephine Mendel met haar kinderen naar de Gedempte Burgwal 40 in Den Haag, vervolgens in 1935, naar de Gentschestraat 70 en na het vertrek van haar dochter Sophia Sabine met haar man Israel Feiwel Schnur naar Tel Aviv, verhuisde de Van Geldere familie op 5 Januari 1939 nogmaals, nu naar de Arnhemschestraat 78 in Scheveningen.
In het kader van de z.g. “Arbeitseinsatz” werd de jongste dochter Sibilla op 21 Augustus 1942 gedeporteerd naar Auschwitz, waar zij volgens de “Sterbebücher van Auschwitz” op 1 September 1942 werd vermoord. (zie biografie en verhaal bij Sibilla van Geldere).
Josephine van Geldere-Mendel werd samen met haar zoon Salomon op 4 December 1942 opgeroepen om zich in Westerbork te vervoegen, vanwaar zij op 11 Januari 1943 op transport gesteld werden naar Auschwitz. Bij aankomst aldaar op 14 Januari 1943, werd Josephine van Geldere-Mendel onmiddellijk in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord.
Salomon van Geldere werd daarentegen bij aankomst in Auschwitz die 14e Januari 1943 geselecteerd als dwangarbeider maar het is niet bekend waar hij terecht is gekomen, in- of buiten het kamp. Ook is zijn precieze datum van overlijden niet bekend.
Daarom heeft het Nederlandse Ministerie van Justitie na de oorlog vastgesteld – mede op basis van getuigenissen van overlevenden – dat Salomon van Geldere na 30 April 1943 niet meer in leven zou kunnen zijn. Er is toen opdracht gegeven aan de Gemeente Den Haag om een overlijdensakte voor Salomon van Geldere op te maken waarin is vastgelegd dat hij op 30 April 1943 in de omgeving van Auschwitz is overleden.
Bronnen o.a. het Gemeente Archief Den Haag, gezinskaarten van Hartog van Geldere en weduwe Josephine van Geldere-Mendel met o.a. Salomon van Geldere; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Josephine van Geldere-Menden en Salomon van Geldere en de overlijdensakte uit Den Haag nr. C560 van 30 Augustus 1952 voor Salomon van Geldere.