Hartog van Geldere was geboren in Doesburg op 21 Augustus 1891 als een zoon van Saul van Geldere en Sientje Fransman. Voordat hij op 24 Juni 1920 in het huwelijk trad met de op 2 Januari 1891 in Amsterdam geboren Fijtje Parsser, een dochter van Levie Parsser en Vrouwtje Nerden, was Hartog van Geldere vanaf 9 November 1909 tot 2 Maart 1912 werkzaam als kleermaker bij Salomon Hanouwer in Zutphen, vanaf 4 Maart 1912 werkte hij drie maanden als verpleger in het N.I. Ziekenhuis in de Nieuwe Kerkstraat 135 te Amsterdam, waarna Hartog op 7 Juni 1912 weer naar Doesburg vertrok.
Daarna verbleef Hartog van Geldere tussen Juni 1912 en Juni 1916 ook nog geruime tijd in Nederlands Indië, vanwaar hij op 13 Juni 1916 terugkeerde in Amsterdam. Hij woonde toen achtereenvolgens op de Hoogte Kadijk 58, in de Nieuwe Kerkstraat 10, op de Plantage Kerklaan 6 III – nu na zijn huwelijk op 24 Juni 1920 met zijn vrouw Fijtje Parsser, nog op nr. 26 I, vanaf eind Augustus 1933 aan het Sarphatipark 13 bovenhuis en per 22 April 1936 op de Ceintuurbaan 219 I, waar op 25 Mei 1939 óók Fijtje’s moeder en weduwe van Levie Parsser, Vrouwtje Nerden bij in kwam wonen. Ook Emanuel Abram, de man met wie Hartog’s dochter Vrouwtje in Juli 1942 trouwde, kwam per 15 Juli 1942 óók op de Ceintuurbaan inwonen.
Hartog en Fijtje kregen twee kinderen, maar óók een doodgeboren zoon op 7 Juni 1928. De levend geboren kinderen waren Vrouwtje op 19 April 1921; zij werd geboren op de Plantage Kerklaan 6 III en Saul, op 18 April 1931, in dezelfde laan op nr 26 I. In 1928 verdiende Hartog zijn brood als handelsreiziger en in de latere jaren was hij koopman en grossier.
Nadat de dochter van Hartog en Fijtje, Vrouwtje van Geldere op 15 Juli 1942 gehuwd was met Emanuel Abram, werden Hartog, zijn vrouw Fijtje en zijn zoon Saul tijdens de grootschalige razzia's van begin October 1942 opgepakt en afgevoerd naar Westerbork.
In die tijd werden ook de Joodse werkkampen in Noord Nederland door de Duitsers geliquideerd en alle Joodse dwangarbeiders naar Westerbork afgevoerd, waardoor zich daar nog al chaotische tafrelen hebben afgespeeld. Registratie van het nummer van de barak, waar de Van Geldere familie heeft moeten wachten op deportatie, is er toen bij ingeschoten.
Op 26 October 1942 werden Hartog van Geldere, Fijtje van Geldere-Parsser en hun zoon Saul op transport gesteld naar Auschwitz. Dat transport omvatte 841 gedeporteerden en arriveerde in Auschwitz op 29 October. Na aankomst zijn Hartog, Fijtje en Saul met nog vele andere gedeporteerden uit dat transport die 29e October 1942 onmiddellijk vermoord in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Saul van Geldere, Levie Parsser en Hartog van Geldere; archiefkaarten van Hartog van Geldere en Fijtje Parsser; Bevolkingsregister Zutphen/inschrijving Hartog van Geldere in 1909; Bijzondere Registers Amsterdam/inschrijving Hartog van Geldere in 1912 in de Nieuwe Kerkstraat 135; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Hartog van Geldere, Fijtje van Geldere-Parsser en Saul van Geldere en de website jodentransporten vanuit Nederland.nl.