Biografie

Het lot van Hartog Wijnschenk.

Hartog Wijnschenk, een zoon van Aaron Wijnschenk en Leentje Korper, was geboren op 1 Februari 1890 in Amsterdam. Hij was vishandelaar van beroep.  Hij trouwde op 1 Maart 1911 in Amsterdam met Helena Lakmaker, die op 9 September 1889 daar geboren was als dochter van Abraham Lakmaker en Rachel Beesemer. Het echtpaar kreeg vier kinderen, t.w. Rachel, Aäron, Abraham en Leentje, van wie Aäron al voor de oorlog, op 14 April 1938 overleed. Hij werd begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen.

Het gezin Wijnschenk woonde in diverse adressen in Amsterdam maar vanaf 1 Mei 1939 woonden Hartog en Helena in de Biesboschstraat 54, waar Helena Wijnschenk-Lakmaker op 9 September 1939 overleed. Zij werd eveneens begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen.

Nadat Helena was begraven trok Hartog Wijnschenk op 19 September 1939 in bij zijn schoonzoon Izaak Pierotto, die met zijn dochter Leentje was getrouwd en die woonden in de Boterdiepstraat 14 I in Amsterdam-Zuid. Zijn andere kinderen, Rachel en Abraham waren ook al getrouwd en woonden met hun gezinnen op andere adressen. Allen zijn tijdens de Sjoa vermoord.

Op 29 Mei 1941 hertrouwde Hartog Wijnschenk op 51-jarige leeftijd  met de 31 jarige Eva Delden. Zij trok toen in bij Hartog Wijnschenk, die op de Amstelaan 62 1e etage woonde. Uit dat huwelijk werd op 8 November 1942 nog een zoon geboren, Arnold Wijnschenk. Echter Hartog heeft zijn vijfde kind nooit gezien en gekend; Hartog werd op 12 October 1942 na arrestatie in Amsterdam via de gevangenis op de Amstelveenseweg  naar Westerbork overgebracht.

Uit aantekeningen van 14 en 15 October 1942 op de registratiekaart van Hartog Wijnschenk uit de cartotheek van de Joodse Raad blijkt dat er een verzoek door Eva is gedaan om haar man Hartog “thuis” te krijgen, omdat zij 8 maanden zwanger was er een bevalling aanstaande was. Maar op 15 October was er al beslist dat “overkomst van man niet mogelijk was” en op 16 October 1942 werd Hartog Wijnschenk vanuit Westerbork gedeporteerd naar het Oosten. Zijn zoontje Arnold, die op 8 November 1942 werd geboren, heeft hij nooit gezien.

Het deportatietransport van 16 October 1942 maakte een tussenstop in Kozel, gelegen ± 80 km westelijk van Auschwitz, waar 570 jongens en mannen tussen 15 en 50 jaar de trein gedwongen moesten verlaten; zij werden als dwangarbeiders in de omliggende werkkampen in Opper Silezie tewerkgesteld. Hartog Wijnschenk behoorde tot die groep en hij kwam als dwangarbeider terecht in de staalfabriek in Malapane (huidige Poolse benaming voor die stad is Ozimek), waar hij uiteindelijk op 28 Februari 1943 om het leven is gekomen.  

Bronnen o.a.  het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Hartog Wijnschenk, archiefkaarten Hartog Wijnschenk en Eva Delden; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Hartog Wijnschenk en Eva Wijnschenk-Delden en de wikipedia website jodentransporten vanuit Nederland.nl.

Alle rechten voorbehouden