Mozes Dingsdag was het vijfde kind van Levie Dingsdag en Mietje Theeboom. Hij was de derde Mozes Dingsdag die geboren werd op 24 November 1903: twee eerdere kinderen met de naam Mozes overleden al kort na hun geboorte in 1896 en 1899. Ook stierf later na zijn geboorte opnieuw een kind in 1907 met de naam Barend.
Mozes Dingsdag was kleermaker van beroep. Hij trouwde op 21 jarige leeftijd met de 16-jarige Alida Delden, die geboren was op 29 Januari 1907 als dochter van Jacob Delden en Leentje Ossedrijver. De bruiloft werd gevierd op 21 October 1925 en op 10 Februari 1926 werd al hun eerste kind geboren, een meisje, Mietje genoemd. Daarna kwamen nog Helena op 2 December 1927, Jacob op 13 November 1932 en Rika op 27 Juni 1936.
Nadat zij getrouwd waren, woonde Mozes met zijn vrouw in de Korte Houtstraat 31 maar verhuisden al eind September 1926 naar de Foeliedwarsstraat 34- 2hoog-achter. Op 3 Juli 1927 trokken zij in bij Mozes’ ouders Levie Dingsdag en Mietje Theeboom in de 2e Oosterparkstraat 48 hs, die daar al vanaf 3 Januari 1927 woonden. Bijna twee jaar later verhuisden Mozes, zijn vrouw en twee kinderen naar de Vrolikstraat 28 I
Na nog een viertal wisselingen van adres kwamen zij op 4 Maart 1936 te wonen op het Krugerplein 15 III, waar gelijkertijd op de 1e etage zijn broer Joseph Dingsdag woonde, die gehuwd was met Sientje van West en een zoontje Levie had, die op 5 October 1933 geboren was. Gelijktijdig verhuisden Mozes en Joseph met hun gezinnen op 6 Augustus 1937 naar de Blasiusstraat 120 II, vanwaar Joseph met zijn gezin op 1 Februari 1938 naar nummer 80 III vertrok. Mozes bleef met zijn gezin wonen in de Blasiusstraat 120 II tot aan hun deportaties.
Op 19 September 1942 worden alle leden van het gezin Mozes Dingsdag in Westerbork geregistreerd om vervolgens op 25 September te worden gedeporteerd naar Auschwitz. Alida Dingsdag-Delden en haar kinderen Mietje, Helena, Jacob en Rika werden bij aankomst op 28 September 1942 onmiddellijk vermoord in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau.
Mozes Dingsdag daarentegen werd bij aankomst op die 28e September 1942 in Auschwitz als dwangarbeider tewerkgesteld. Niet bekend is waar hij terecht kwam en welke “werkzaamheden” hij heeft moeten verrichten, noch is zijn precieze datum van overlijden bekend.
Uit o.a. getuigenissen van overlevenden na de oorlog hebben de Nederlandse Autoriteiten vastgesteld, dat als gevolg van de zware en onmenselijke omstandigheden daar, Mozes Dingsdag na 31 Januari 1943 niet meer in leven zou kunnen zijn. De gemeente Amsterdam werd toen opgedragen een akte van overlijden voor hem op te maken waarin is vastgelegd dat Mozes Dingsdag op 31 Januari 1943 in Auschwitz is overleden.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Mozes Dingsdag (1903), Joseph Dingsdag (1905) en Levie Dingsdag (1872); archiefkaarten van Mozes Dingsdag en Alida Delden; woningkaarten Amsterdam/Blasiusstraat 120; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Mozes Dingsdag, Alida Dingsdag-Delden en Mietje, Helena, Jacob en Rika Dingsdag en de overlijdensakte uit Amsterdam voor Mozes Dingsdag, nr. 573 d.d. 27 October 1950 uit het A-register 55-folio 97verso.