Henriette Suzanna Fruitman was de jongste van de drie dochters van Jacob Fruitman en Flora Brandon. Zij was geboren in Amsterdam op 20 September 1914, woonde thuis bij haar ouders in de Vrolikstraat 144 2e etage en was costumière van beroep. Zij had nog twee zussen, Jeannette en Hendrika, die beiden met hun echtgenoten de Holocaust hebben overleefd.
Op 17 Juli 1942 trouwde zij met Izak Slap, die geboren was op 23 Maart 1913 als zoon van Aäron Slap en Sara Kesnig. Izak was diamantbewerker, maar werkte later als verkoper in een winkel. Hij woonde bij zijn ouders in de Zandstraat 46 in Amsterdam maar op 13 April 1927 verhuisde het gezin Slap naar de Blasiusstraat 123a 2e etage in Amsterdam-Oost en op 6 Februari 1940 naar Blasiusstraat 93 II.
Izak was geboren in een gezin met vijf kinderen. Zijn oudste broer Saul overleefde de Holocaust en overleed in 1970. Een zusje Marianne, die in 1910 geboren was, stierf al na 7 dagen. Twee andere zussen, Jansje uit 1911 en Rachel uit 1908 werden tijdens de Sjoa vermoord. Zijn vader Aäron overleed in 1942 in Het Apeldoornsche Bosch maar ook zijn moeder Sara Kesnig werd tijdens de Sjoa in Sobibor vermoord.
Ook na zijn huwelijk in Juli 1942 bleef Izak Slap ingeschreven op het adres Blasiusstraat 93 II. Tóch werden beiden op 6 Juli 1943 vanuit Westerbork naar Sobibor gedeporteerd en bij aankomst daar op 9 Juli 1943 direct in de gaskamers vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Aäron Slap, archiefkaart Izak Slap, woningkaart Amsterdam Blasiusstraat 123a II en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Henriette Slap-Fruitman en Izak Slap.