Judith Stokvis was een dochter van Abram Stokvis en Klara Dusseldorp. Zij was geboren op 3 Februari 1875 als oudste van de drie kinderen in het gezin en zij was ongehuwd. Haar broer was Jozef, geboren op 3 Februari 1876 en haar zus Susanna, die op 31 Augustus 1877 geboren was.
Het gezin Abram Stokvis woonde in Amsterdam op verschillende adressen: op het Jonas Daniel Meijerplein, op de Nieuwe Herengracht, de Swammerdamstraat, de Hemonystraat en vanaf 3 Juli 1901 in de Van Woustraat 76.
Op 25 Juni 1904 vertrok Judith uit Amsterdam naar de Willem-II straat in Tilburg, waar zij terecht kwam bij de weduwe Sophie Hartogensis-van Ham als gezelschapsjuffrouw. Sophie’s echtgenoot, Jacob Jeronimus Hartogensis was daar op 28 Maart 1904 overleden en van haar drie kinderen waren Hendrik Jacob en Samuel al in 1901 naar Rotterdam vertrokken. Alleen haar zoon Isidore woonde nog bij zijn moeder. Ook was daar nog een dienstbode in huis, die in 1909 naar Haarlem vertrok..
Op 10 September 1919 overleed de weduwe Sophie Hartogensis-van Ham en op 9 Februari 1922 ook haar zoon Isidore Hartogenis op de leeftijd van 56 jaar. Eind Maart 1922 kwam Judith Stokvis uit Tilburg naar Rotterdam, waar zij als eerste naar de Gravendijkwal 15 toeging, waar Hendrik Jacob Hartogensis met zijn gezin woonde en waar óók zijn ongehuwde broer Samuel. Vanaf begin Juni 1922 betrokken Judith en Samuel Hartogensis een woning in de Graaf Florisstraat 68b en op 24 Februari 1938 verhuisden beiden naar de Rochussenstraat 29c in Rotterdam.
Ten tijde van de verplichte registratie van alle Joden in Nederland vanaf Januari 1941, woonde Judith Stokvis op de Mathenesserlaan 425b in Rotterdam. Zij werd daar op 22 April 1943 opgepakt en naar het concentratiekamp Vught gestuurd, vanwaar zij op 8 Mei 1943 werd doorgestuurd naar Westerbork. Daar aangekomen op de 9e, werd zij ondergebracht in barak 60 en op 11 Mei 1943 op transport gesteld naar Sobibor. Bij aankomst aldaar op 14 Mei 1943 werd zij onmiddellijk in de gaskamers vermoord. Van dat transport met in totaal 1446 slachtoffers, was er slechts één overlevende: Jozef Wins.
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, overgenomen delen/Abram Stokvis (1838); Bevolkingsregister Tilburg 1910-1920/Judith Stokvis; gezinskaart Rotterdam/Judith Stokvis; website ITS Arolson/kampkaart Vught Judith Stokvis; het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Judith Stokvis, de wikipedia website Jodentransporten vanuit Nederland.nl en website https://www.sobibor.org/transport-11/.