Vrijdagmiddag 10 juli 1942 arriveren 83 Joodse mannen uit Groningen in Rijkswerkkamp Twilhaar. Deze groep wordt de weken daaropvolgend aangevuld met individuele plaatsingen van mannen uit onder meer Amsterdam, Tilburg en Oss. Het kamp heeft plek voor 96 personen. De namen van deze gegijzelden vielen nauwelijks te achterhalen, omdat lijsten van deze tewerk gestelden – die wel degelijk hebben bestaan – op het eind van de oorlog zijn vernietigd, door mensen die hier kennelijk baat bij hadden. Zodoende moesten namen komen van de zeer weinig overlevenden, bekenden of buren. Na twintig jaar onderzoek zijn nu 42 namen bekend.
De joodse mannen uit Groningen met achternamen, beginnend met een A, B of een C, kwamen in het Nijverdalse werkkamp terecht. Zodoende kon je mannen uit één gezin of uit dezelfde familie aantreffen in Twilhaar.
Op de foto staan:
Simon Bollegraaf (uiterst links)
Geboren 12 juli 1910 in Groningen. Woonde op de Nieuwstad 5a bij zijn ouders. Na zijn verblijf in Twilhaar en Westerbork, kwam Simon terecht in het Extern kommando Bobrek, een westelijker gelegen subkamp van Auschwitz. Daar stond een fabriek van Siemens, waar elektronische apparaten voor vliegtuigen en U-Boten werden gefabriceerd.
Maurits Bollegraaf (2e van links)
Geboren 13 mei 1912 in Groningen, jongere broer van Simon, woonde ook nog bij zijn ouders. Maurits werkte destijds als procuratiehouder bij Tiktak, een koffie- en theegroothandel in Groningen. Hij was een bekende speler bij de joodse voetbalvereniging Hakoah, die in 1932 kampioen werd op de Joodse Olympiade in Antwerpen. Later trad hij op als secretaris van Hakoah. Net als Simon kwam Maurits terecht in het Extern kommando Bobrek, waar beiden werden vermoord.
De overige personen op de foto zijn nog niet herkend.
Met toestemming overgenomen van de website mijnstadmijndorp.nl