Biografie

Over Leentje Fuld, haar man Maurice Fleurima en hun kinderen.

Ook Leentje heeft de Holocaust overleefd, zij het op andere wijze dan haar broer Lazarus. Zij werd geboren op 27 December 1913 in Rotterdam en werkte als confectienaaister. Op 8 Juni 1936 trouwde zij in Rotterdam met de op 6 Februari 1902 in Haiti geboren zeeman Maurice Fleurima, een zoon van Meina Fleurima en Jeanvier Rosenna. Uit gegevens van het Rotterdams archief blijkt dat Maurice ook zijn brood heeft verdiend als handelsreiziger en artiest.

Na haar huwelijk hebben Leentje en Maurice op talloze adressen in Rotterdam gewoond – doorgaans ingewoond - en kregen daar drie kinderen, waarvan een tweeling Milna en Louis in 1936 en een dochter Rosalina Jeanetta in 1937. Hun eerste gezamenlijke adres was op 30 Juni 1936 Westewagenstraat 2a, een inwoning en hun laatst bekende adres in Rotterdam was per 6-3-1939 Lijnbaanstraat 13b. In de tussenliggende periode verhuisde het gezin minstens tien keer.

Ten tijde van de verplichte registratie van alle Joden in Nederland, wat in Den Haag in April 1942 plaatsvond, woonde het gezin Fleurima (Maurice, Leentje en drie kinderen) in de  Rembrandtstraat 162 in Den Haag, gelegen in het noordelijke deel van de Schilderswijk. Zij werden – vijf in getal - op 24 Februari 1943 naar Westerbork afgevoerd.

Aantekeningen op de registratiekaart van Maurice tonen aan dat er nog de nodige correspondentie gevoerd is, zoals de vraag van de Antragstelle aan de Joodse Raad van Den Haag: “kunt u uit huis (verzegeld) uitrusting naar hem en gezin (gezin bestaat uit vijf personen) laten halen?”, waar pas op 13 Maart het antwoord binnen kwam: :“uitrusting kan niet uit huis gehaald worden. Bagage inmiddels verzonden door zuster van Leentje Fuld, Marie Huijzer-Fuld uit de Gerard Doustraat 177 in den Haag”.

Het gezin moest verblijven in barak 51, waar op 3 Maart hun weinige bagage naar toe werd gebracht. De volgende dag laat de Joodse Raad de Antragstelle weten dat er voor Milna, Louis en Rosalina Jeannetta een “negatief verklaring” is afgegeven” waarmee de kinderen als niet-Joods werden aangemerkt.

Echter op 9 Maart 1943 werd het gezin Fleurima-Fuld op transport gesteld naar Liebenau, een interneringskamp in het zuiden van Duitsland;  Maurice kwam vervolgens terecht in Tittmoning, een middeleeuwse burcht in het Beierse stadje van dezelfe naam, wat in 1942 de functie van Interneringskamp kreeg.

Dankzij het Haïtiaanse paspoort van de vader kwam het gezin in 1944 in aanmerking voor een uitwisseling met krijgsgevangenen, op kosten van de Amerikaanse overheid. Aan boord van het schip Bieville verlieten zij Europa en vestigden zij zich op Aruba (bron: J.F. Focke/Sanne Bolt).

Bronnen o.a. het Stadsarchief Rotterdam, gezinskaarten van Louis Fuld en Maurice/Maurits Fleurima; website wiewaswie/huwelijk Fleurima x Fuld; het archief van de Joodse Raad registratiekaarten van Maurits Fleurima, Leentje Fleurima-Fuld, Louis, Milna en Rosina Jeanetta Fleurima; de wikipedia website jodentransporten vanuit Nederland.nl en de website stichting Jodenvervolging Leiden

Alle rechten voorbehouden