In 1941 woonde zij nog in Driebergen , ze was weduwe van Abraham Bramson, al in 1928 in Bussum overleden. Daarna ging zij naar het tehuis Joodsche Invalide op Weesperplein 1.
Op 2 maart 1943 kwam zij in Westerbork in barak 68 en ging 10 maart op transport naar Sobibor