Moses ‘Max’ Roos had een pantalonfabriek op de hoek van de Brugstraat en de Utrechtsestraat in Arnhem. Samen met twee andere Joodse mannen werd hij op 31 december 1941 gearresteerd wegens het luisteren naar de Engelse radio. Ze waren op heterdaad betrapt. Vanuit de gevangenissen in Arnhem en Scheveningen, alsmede uit kamp Amersfoort, schreef Max brieven naar zijn vrouw. Fragmenten daaruit zijn te lezen in onderstaand boek.
Margo Klijn, De stille slag: Joodse Arnhemmers, 1933-1945 (Westervoort 2003) 172-176.
Verhaal