Jacob werd op 27 januari 1942 gevangen gezet in het Oranjehotel. Op 13 juni 1942 werd hij geregistreerd in kamp Amersfoort als gevangenenummer 228. Op 16 januari 1943 kwam hij aan in kamp Vught, gevangenenummer 489 in blok 15. Op 26 juni 1943 zou hij weer naar kamp Amersfoort zijn overgebracht, waarna hij op 10 juli 1943 aankwam en geregistreerd werd in het Franse concentratiekamp Natzweiler. Van de diverse archiefkaarten over Jacob leren wij het volgende over hem:
Bij aankomst in het kamp Natzweiler woog hij 82 kg en was hij 1,70 meter lang. Hij had blond haar en blauwe ogen. Had een litteken van een blindedarmoperatie in 1930, had als kind mazelen gehad, had last van oedeem in beide voeten en was een straffe roker en een matige drinker.
Hij had de volgende zaken afgegeven: 1 hoed, 1 jas, 1 broek, 2 hemden, 2 paar sokken, 1 paar schoenen en een geldbeurs. En heeft voor deze onvrijwillige afgifte moeten ondertekenen.
Hij werd 18-8-1943 / 25-8-1943 opgenomen in de ziekenboeg vanwege difterie. In augustus 1943 woog hij 75 kg, in september 1943 70 kg.
Werd op 7-1-1944 / 19-1-1944 en 23-1-1944 / 14-4-1944 opgenomen in de ziekenboeg vanwege een ontsteking van een halskarbonkel (steenpuist). Werd behandeld met zinkzalf. Hij woog op 14 april 1944 65 kg.
In september 1944 werd het kamp Natzweiler ontruimd vanwege de oprukkende geallieerden. De gevangenen werden naar Dachau gebracht. Daar kreeg Jacob op 6 september 1944 gevangenenummer 102377 en werd waarschijnlijk in Allach ondergebracht, een subkamp van Dachau. Op 14 sep 1944 werd hij op transport gezet naar Mauthausen.
Al deze informatie is terug te vinden in de kaarten van kamp Amersfoort, kamp Vught, concentratiekamp Natzweiler en Dachau, die terug te vinden zijn in de Arolsen Archieven.
https://collections.arolsen-archives.org/en/search/person/3145941?s=Jakob%20barzilay&t=2417352&p=0
