Schoontje van West was een dochter van Emanuel van West en Heintje Prins. Zij was in Amsterdam geboren op 18 Februari 1919. Toen woonden haar ouders nog in de Grote Kattenburgerstraat 158 maar verhuisden in 1925 naar de Tugelaweg 73 en later nog naar huisnummer 83. Eind Mei 1929 vertrok het gezin van Emanuel van West uit Amsterdam naar Kaapstad in Zuid-Afrika.
In April 1930 keerde het gezin weer terug in Amsterdam, waar Schoontje’s moeder Heinje Prins op 10 Augustus 1930 overleed en op de Joodse Begraafplaats in Diemen werd begraven. Na de dood van haar moeder werd de 11 jarige Schoontje ondergebracht bij haar opa en oma, Hartog en Bloeme van West die toen nog in de Blasiusstraat 121 III woonden, maar al snel daarop verhuisden naar de 2e Boerhaavestraat 13 III. Haar vader was daarna definitief naar Kaapstad verhuisd, maar kwam in 1931 nog één maal kortstondig terug.
In de tijd dat Schoontje van West bij haar opa en oma van West woonde, behaalde zij haar diploma 3-jarige MULO. en daarna werkte zij als cassière bij een textiel engros zaak, waar zij ruin 8 ½ jaar heeft gewerkt. Zij kreeg na haar registratie bij de Joodsche Raad, op 24 Juli 1942 een baan als typiste op het adres Waterlooplein 109, waar in gebouw Diligentia een afdeling van de Joodsche Raad gevestigd was: “Uitzending Buitenland". Hier werden o.a. de brieven gecoördineerd die uit de kampen kwamen en naar Amsterdam werden gestuurd en vice versa. De Raad verschafte haar een legitimatie nr. A-103, waardoor zij formeel, maar voorlopig van deportaties was vrijgesteld: “gesperrt bis auf weiteres”.
Maar op 20 juni 1943 werd bij een door de Duitsers in het geheim voorbereidde razzia in Oost- en Zuid-Amsterdam de groep Joden opgepakt die nog in Amsterdam verbleven, waarvan ook Schoontje van West slachtoffer werd. 5542 mensen werden bij die razzia opgepakt, geregistreerd bij het Olympiaplein, Sarphatipark en het Daniel Willinkplein. Vervolgens werden zij per trein naar Kamp Westerbork getransporteerd. (bron website oorlogsbronnen).
Schoontje van West belandde uiteindelijk op 21 Juni in Westerbork en werd ondergebracht in barak 58. Zij heeft toen nog pogingen ondernomen om aan deportatie te ontkomen, door gegevens van haar vader Emanuel van West op te vragen uit het Bevolkingsregister Amsterdam, waaruit zou blijken dat hij de Zuid-Afrikaanse nationaliteit zou bezitten, alsmede haar geboortebewijs, waarop het Bevolkingsregister berichtte dat zij niet in staat waren zo’n bedoeld uittreksel af te geven.
Op 20 Juli 1943 werd zij met de 19e en laatste deportatietrein naar Sobibor gedeporteerd. Dat transport met meer dan 2200 slachtoffers, arriveerde in Sobibor op 23 Juli 1943, waarna alle gedeporteerden, waaronder ook de 24-jarige Schoontje van West onmiddellijk werden vermoord in de gaskamers van Sobibor.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Bloeme van West, gezinskaarten van Hartog van West en Emanuel van West, archiefkaart Schoontje van West; het archief van de Joodsche Raad, registratiekaart van Schoontje van West; website Joods Amsterdam/Waterlooplein 109; Website oorlogsbronnen/razzia 20 Juni 1943; Wikipedia website Jodentransporten vanuit Nederland.nl.