Benjamin Polak
Amsterdam 17.09.1907 - Buchenwald 16.05.1941
Nieuwe Prinsengracht 104 hs
venter ongeregeld goed
Benjamin Polak was de jongste zoon van Mozes Polak en Mietje de Leeuw. De wortels van de familie van vaderskant lagen in Assen, moeder Mietje kwam uit Kortenhoef. Benjamin had een oudere broer, Joel, en een oudere zus, Clara. Hij werd geboren in het hart van de Jodenbuurt, op het Jonas Daniël Meijerplein. Vader Mozes was aanvankelijk parapluverkoper, maar werkte daarna als verpleger.
Het gezin woonde op verschillende plekken in de Jodenbuurt en de kinderen Polak volgden lager onderwijs op een van de buurtscholen. Oudste zoon Joel genoot een jaar vervolgonderwijs op de hbs, maar Benjamin volgde alleen zes jaar lagere school. In januari 1924 overleed Joel. Benjamin was toen 16 jaar oud en werkte als bediende in een winkel voor hengelsportartikelen. In maart 1927 stierf ook moeder Mietje. Zowel Mietje als Joel werd begraven op de Joodse begraafplaats in Diemen.
Vader Mozes zou het jaar daarop hertrouwen met de jongere zus van Mietje, Rosette. Benjamin woonde nog thuis. Hij zocht ander werk en stond vanaf 1931 elke dag op het Waterlooplein, waar hij een stal had met ʻongeregelde handelʼ. Hij zou zijn hele leven vrijgezel blijven en bij zijn vader, stiefmoeder/tante en zus thuis blijven wonen, vanaf 1936 in een huis aan de
Nieuwe Prinsengracht 104.
Bij de razzia van 22 februari 1941 werd Benjamin opgepakt. Hij was een van de honderden Joodse jonge mannen die dat weekend naar het Jonas Daniël Meijerplein werden opgejaagd, luttele meters verwijderd van de plek waar hij was geboren. Diezelfde dag werden de mannen naar kamp Schoorl overgebracht en later die week, op 27 februari, per trein naar Buchenwald gedeporteerd. Na nog geen drie maanden werden het zware werk, het gebrek aan eten en het wrede regime Benjamin fataal. Hij stierf op 16 mei 1941, 33 jaar oud. Als ‘officiële’ doodsoorzaak werd ʻRuhrʼ (dysenterie) opgegeven.
Vader Mozes overleed zes weken nadat Benjamin was opgepakt. Hij werd begraven op de Joodse begraafplaats in Diemen. Stiefmoeder/tante Rosette en zus Clara kregen eind mei het bericht dat Benjamin was overleden. De urn met de as van hun neef en broer werd, in tegenstelling tot die van een groot aantal andere mannen die in Buchenwald waren omgekomen, niet naar Nederland gezonden. Rosette en Clara zouden later in Sobibor respectievelijk Auschwitz worden vermoord.
Stadsarchief Amsterdam
Stadsarchief Amsterdam