Artikel

Het Apeldoornsche Bosch

Door: John Stienen

Het Apeldoornsche Bosch

Collectie Joods Museum, F013508

Het Apeldoornsche Bosch wordt in 1909 opgericht door de ‘Vereeniging Centraal Israëlietisch Krankzinnigengesticht in Nederland’. Snel groeit de Joods-psychiatrische inrichting uit tot een bloeiende instelling. In moderne, ruime paviljoens worden geesteszieken behandeld volgens de nieuwste inzichten, in de natuur en ver van de grote stad.

De eerste twee jaar van de bezetting gaan relatief rustig voorbij aan de patiënten en het personeel. De paviljoens en bijgebouwen liggen in de prachtig groene omgeving van Apeldoorn-Oost. Bewoners en personeel wanen zich, ondanks de oorlogsberichtgeving, lange tijd veilig want de harde naziterreur zoals die in de Randstad dagelijks voelbaar is, blijft op afstand.

Maar dan wordt op 1 april 1942 het niet-Joodse personeel ontslagen. Hun plaatsen worden ingenomen door Joods personeel. Wanneer de deportaties van Westerbork naar Auschwitz in de zomer van 1942 op gang komen, worden tientallen personen die vanwege psychische klachten ‘niet transportabel’ zijn vanuit Westerbork naar Apeldoorn overgeplaatst.

Eind 1942 verblijven er 1.087 patiënten in de instelling en 94 patiëntjes in het Paedagogium Achisomog, een internaat voor zwakzinnige en moeilijk opvoedbare kinderen. Het personeelsbestand bestaat uit 336 personen.

Donkere wolken pakken zich samen wanneer op 19 januari 1943 SS-commandant Ferdinand aus der Fünten de evacuatie van het gehele complex gelast. Omdat de Ordedienst van Westerbork zich een dag te vroeg op het terrein meldt, weten tientallen personen – zowel personeel als patiënten – in de chaos te ontkomen. Zij duiken onder en een aantal overleeft.

In de nacht van 21 op 22 januari 1943 ontruimt de Duitse bezetter Het Apeldoornsche Bosch. Vrijwel alle nog aanwezige patiënten en 51 personeelsleden worden in de ochtend van 22 januari vanuit Apeldoorn rechtstreeks naar Auschwitz gedeporteerd. De patiënten die bij aankomst twee dagen later nog leven, worden vermoord. De personeelsleden worden geselecteerd voor dwangarbeid. In de weken die volgen bezwijken ook zij.

De honderden nog op het terrein aanwezige personen, waaronder ook veel Apeldoorners, worden naar Westerbork gebracht. Hen wacht vrijwel altijd alsnog deportatie naar de kampen in het oosten. Van alle op het terrein aanwezige personen, die niet zijn gevlucht, overleven slechts 21 de oorlog.

Alle rechten voorbehouden