Verhaal

Het verhaal van Hermine Elsas-Gluck

Struikelstenen Hans May en Hermine Elsas-Gluck

Hermine Gluck is geboren op 21 augustus 1866 te Ludwigsburg als dochter van Leopold Gluck en Rosalie Dreyfuss. Zij trouwt in 1888 met Sigmund Elsas (1859- 1923). Uit haar huwelijk krijgt zij twee kinderen: de dochters Gretel en Rosa.

Gretel Elsas is op 9 juni 1893 te Canstatt geboren. Zij trouwt op 9 september 1920 in haar geboorteplaats met Hans May.

Hermine Elsas-Gluck, samen met haar dochter Gretel Elsas en haar schoonzoon Hans May ontvluchten Duitsland en komen vanaf 1 september 1938 aan de Laan van Nieuw Oosteinde 268 te Voorburg bij Den Haag te wonen. Hans May is daar directeur van Supinator, een fabriek van orthopedische artikelen, gevestigd aan de Regentesselaan 177/185 te Den Haag.

Na september 1940 mogen Joden met een niet-Nederlandse nationaliteit, zoals de vele vluchtelingen uit Duitsland en Oostenrijk, maar ook die uit Rusland en Polen, niet langer in kustplaatsen zoals Den Haag wonen. De meesten vertrekken naar een andere woonplaats in Nederland. Zo ook de familie May-Elsas; zij verhuizen naar Oisterwijk, waar zij aan de George Perklaan 7 gaan wonen. In deze villa wonen meerdere personen, waaronder vanaf juli 1941 Sieg Kanstein en Elly Kanstein-Wolff. De burgemeester betitelt in een brief aan de Commissaris der Provincie het huis aan de George Perklaan 7 als een Jodenpension.

Medio juli 1942 starten de Duitsers met het massaal deporteren van Joden via Kamp Westerbork naar kampen in het oosten van Europa. Hans en Gretel ontvangen op 27 augustus 1942 van de veldwachter een deportatieoproep. Zij worden naar een centrale verzamelplaats in Den Bosch gebracht. Van daaruit vertrekken ze met een groep van 275 Joden naar Westerbork. Daar verblijven zij ruim twee jaar.

Hermine Elsas-Gluck gaat niet gelijk met haar dochter en schoonzoon op transport. Zij woont tot 27 oktober 1942 in Oisterwijk. Daarna ontvlucht ze Oisterwijk. In een brief d.d. 13 mei 1943 van de burgemeester van Oisterwijk aan de Commissaris der Provincie over achtergebleven goederen van Joden die zijn gevlucht, staat onder meer: ‘Hermine Sara Glück, geboren 21 Augustus 1866 te Ludwigsburg, wed. van Sigmund Elsas, gewoond hebbende in het Jodenpension aan de George Perklaan, C. no. 43 te Oisterwijk. Haar bezittingen, bestaande uit eenige kopjes, schoteltjes, boeken en kleren, zijn ondergebracht in een kast van perceel C. no. 43. Zij is op 28 October 1942 verdwenen.’

Op 21 september 1943 wordt Hermine Elsas-Gluck vanuit kamp Vught naar kamp Westerbork gebracht. Hoelang zij in Kamp Vught is geweest en wat hieraan vooraf is gegaan, is onbekend. Zowel het Niod als Kamp Vught hebben hier geen informatie over. Als zij in Westerbork arriveert, verblijven ook haar dochter Gretel en schoonzoon Hans nog in dit kamp.

Uiteindelijk vertrekt zij 18 januari 1944, samen met een groep van 870 Joden, vanuit Westerbork naar Theresienstadt waar zij op 20 januari aankomt. Vervolgens wordt ze op 18 mei 1944 vanuit Theresienstadt op transport gesteld naar Auschwitz, waar ze uiterlijk op 7 juli 1944 in de omgeving van Auschwitz is omgekomen.

Bron: Peter Slingerland. Struikelstenen in Oisterwijk. Het verleden herdenken met het oog op de toekomst. Oisterwijk: Stichting Het Kwartier van Oisterwijk, 2022.