Verhaal

Carry Happé-van Dam

Carolien Isabel (Carry) van Dam was de jongste dochter van de Amsterdamse slager Salomon van Dam en Sophie Souweine. Zij had een oudere zus, Edmée, die als directiesecretaresse werkte in Den Haag.

In 1926 slaagde Carry voor haar eindexamen HBS-B. Vier jaar later trouwde zij met haar oud-klasgenoot Wim Happé. Hij werkte in zijn familiebedrijf voor Chocolade- en Suikerwaren in Amsterdam, dat hij in 1930 van zijn vader overnam.

 Zij gingen in Heemstede wonen, waar op 22 april 1931 hun zoon Erik werd geboren. Hun zoon Wouter werd op 22 augustus 1934 geboren, en later dat jaar verhuisden zij naar Haarlem.

 In 1942 werden Carry en Wim gedwongen te verhuizen naar Amsterdam door de anti-Joodse maatregelen en zijn Erik en Wouter ondergebracht bij andere gezinnen. In september 1943 werd het gezin weer herenigd in een vrijgekomen woning in Amsterdam.

Half september werd Carry bij een controle op straat gearresteerd en is zij zes weken gevangen gehouden in de Hollandsche Schouwburg.

Rond 3 november 1943 is zij naar kamp Vught gedeporteerd.

Vanuit Vught is Carry op 15 november 1943 rechtstreeks op transport gesteld naar Auschwitz. Daar is Carry uiterlijk op 31 januari 1944 vermoord.

Wim en hun kinderen overleefden de oorlog, en verhuisden terug naar Haarlem. Haar vader en zus hebben op onderduikadressen gewoond en de oorlog ook overleefd. Haar moeder overleed eind 1941 aan de gevolgen van kanker.

Transport vanuit kamp Vught naar Auschwitz op 15 november 1943

Vermoord in Auschwitz op 31 januari 1944

Carry werd 34 jaar.

Bron: https://www.struikelstenenhaarlem.nl/projecten/schoonoordlaan