Max Kan was het kind van Esther Kan en de niet joodse Franciscus Brandenburg. Zij waren niet getrouwd.
Vrij gelaten uit Westerbork op 23-08-42 (vermoedelijk foutief verbeterd naar 43), aanname is dat het te maken heeft met een soort lopend “afstammingsonderzoek”.
Nog geen maand na zijn vrijlating wordt hij erkend (17-09-1942) als zoon van ene Franciscus Albertus Brandenburg in Den Haag en vanaf dat moment draagt hij de naam Brandenburg ipv Kan.
Vanaf dat moment is er ook een kaart bij de Joodse Raad met de naam Max Brandenburger, nadrukkelijk wordt hier ook op vermeld dat hij 2 arische grootouders heeft.
Het vermoeden bestaat dat door middel van de erkenning geprobeerd is om Max half joods te laten verklaren.
Helaas heeft dit niet kunnen voorkomen dat hij is opgepakt en via Vught en Westerbork naar het oosten op transport gesteld is.