Nachman Schouten was een zoon van Barend Schouten en Saartje Halberstad. Hij was geboren op 22 Januari 1884 in Amsterdam en was werkzaam als huidenstroper en zouter. Op 4 November 1908 trouwde hij in Amsterdam met Margaretha van West, die op 21 Augustus 1884 was geboren als dochter van Benjamin van West en Rachel Vrachtdoender. Het echtpaar kreeg vier kinderen, t.w. Benjamin in 1909, Barend in 1912, Alexander Mozes in 1916 en Maurits in 1919. Alleen Alexander Mozes, die in April 1942 trouwde met Johanna Maria Frederika Pach, heeft samen met zijn vrouw de Holocaust overleefd.
Nadat het huwelijk was gesloten in 1908, woonde Nachman Schouten met zijn vrouw tot April 1932 in de Valkenburgerstraat 178 in Amsterdam. Toen verhuisden zij naar de Tugelaweg 89, waar het gezin verbleef tot in Augustus 1940. Echter e en jaar eerder, op 29 Juni 1939 was Nachman’s echtgenote, Margaretha van West daar overleden op de leeftijd van 54 jaar.
Nachman Schouten hertrouwde vervolgens op 28 Augustus 1940 met de 48-jarige weduwe Duifje Korper, geboren op 16 December 1891 en die gehuwd geweest was met Joseph Vogel, die echter al op 25 October 1932 was overleden. Nadat Nachman’s 2e huwelijk gesloten was betrokken beiden samen een woning op het Afrikanerplein 51 3e etage in de Transvaalbuurt van Amsterdam-Oost.
Nog vóórdat Nachman zijn tweede huwelijk sloot, vertrok zijn ongehuwde zoon Maurits eind Juli 1940 naar een eigen adres, t.w. Swammerdamstraat 23 III in Amsterdam. De jongste zoon Benjamin trouwde begin Juni 1936 met Vrouwtje Kroet en betrok met haar een woning in de Reitzstraat 23 waar op 17 Mei 1937 hun zoon Nico geboren werd en in 1938 verhuisden zij naar de 3e etage van de Blasiusstraat 92. En de 27-jarige Barend Schouten, die op 22 Mei 1940 getrouwd was met de 23-jarige Rebecca Buijtekant, betrokken toen samen een woning in de Kraaipanstraat 69 in Amsterdam. Allen zijn tijdens de Sjoa vermoord.
Nachman Schouten en zijn 2e echtgenote Duifje Korper werden tijdens de grootscheepse razzia’s van begin October 1942 gearresteerd en afgevoerd naar Westerbork. Daar werden zij ergens tussen 3 en 5 October binnengebracht en kwamen in een grote chaos terecht. Op 3 October 1943 werden ook de Joodse werkkampen in Noord Nederland in opdracht van de Duitsers geliquideerd en alle Joodse dwangarbeiders kwamen toen gelijktijdig in Kamp Westerbork terecht. Daar troffen zij, of moesten wachten op hun families in het kader van de zogenaamde gezinshereniging waarna zij als complete gezinnen konden worden gedeporteerd.
Nachman en zijn vrouw Duifje werden op 9 October 1942 naar Auschwitz gedeporteerd waar zij bij aankomst op 12 October 1942 onmiddellijk in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau werden vermoord.
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Barend Schouten (1854), Nachman Schouten en Joseph Vogel, archiefkaarten van Nachman Schouten, Duifje Korper en van Barend, Benjamin en Maurits Schouten; overlijdensakte nr.74 d.d. 29-6-1939 uit Reg.7-fol.13v voor Margaretha Schouten-van West; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Nachman Schouten, Duifje Schouten-Korper en van Barend, Benjamin, Maurits en Alerxander Mozes Schouten.