Verhaal

Familie Maas in Bilthoven

onderzoeksresultaten bij het leggen van struikelstenen door de Stichting Struikelstenen De Bilt

( in de diverse documenten staan de voornamen van Otto Maas verschillend: Otto Michael en Michael Otto. Omdat Otto zijn roepnaam was hebben we Otto Michael als volgorde aangehouden) 

Otto Michael Maas en Selma Nathan trouwden in 1908, woonden in Mainz en kregen twee kinderen: Walter (1909) en Ernst ( 1911). Otto Maas was wijnhandelaar. In 1915 heeft hij zich als oorlogsvrijwilliger gemeld, werd bevorderd tot onderofficier en heeft als frontsoldaat gediend in Champagne en West-Vlaanderen. Hij kreeg een IJzeren Kruis/EreKruis voor moed. Na de oorlog ging hij verder in de wijnhandel. Vanaf 1933 waren er toenemende anti-joodse sentimenten in Duitsland en dat was voor zoon Walter reden om naar Nederland uit te wijken. Zijn broer Ernst volgde hem het jaar daarna. Zij vestigden zich in Den Haag. In 1937 en 1938 besloten ook Otto en Selma Maas-Nathan naar Nederland uit te wijken en zij vestigden zich in Voorburg in een huis dat zij als pension gingen uitbaten (Koningin Wilhelminalaan 526). In september 1940 moesten alle Duitse Joden Den Haag verlaten en week de familie Maas samen met anderen eerst uit naar Nunspeet. In december vestigden zij zich in Bilthoven, in huize Gaudeamus dat te huur was gekomen nadat de weduwe van Julius Röntgen was overleden. ( Röntgen- des Amorie van der Hoeven) Om in hun levensonderhoud te voorzien hielden zij daar ook weer pension: drie vaste pensiongasten en nog zeven tot negen gasten. Als er veel gasten waren verbleef zoon Walter in het tuinhuisje. In die tijd kwamen er vooral veel logiesaanvragen binnen van welgestelde joden uit Amsterdam die toen niet meer in christelijke pensions mochten verblijven. Soms bemiddelden zij bij pensionplekken elders in het dorp met een maaltijdvoorziening in Gaudeamus waardoor er soms wel 35 mensen te eten waren. Otto maakte de maaltijden en Selma deed de kamers. Voor Otto, 63 jaar oud, was dit wel allemaal wat veel maar het pension bracht goed op. Met de toenemende dreiging voor joden zetten zij de pensionactiviteiten op een lager pitje, ook om meer ontsnappingsmogelijkheden te hebben als dat nodig zou worden. Zoon Ernst was “gemengd” getrouwd met een Nederlandse vrouw en dat bood enig soelaas. Bezittingen zoals huisraad en schilderijen werden voor zover mogelijk, in veiligheid gebracht. In augustus 1942 werden ook in Bilthoven joden opgepakt en werd de situatie dreigender. Zoon Walter besloot te gaan onderduiken, eerst op verschillende adressen in Voorburg en Lage Vuursche en daarna uit nood toch maar in Gaudeamus. Zeven maanden zat hij (zo nodig) in een kleine schuilplaats hoog in de nok van het huis. Otto en Selma wilden niet onderduiken en zij hebben in april 1943 gevolg gegeven aan de oproep zich te melden en zijn “ vrijwillig naar Vught gegaan “ , zoals zoon Walter in 1945 schrijft. Op 23 april 1943 komen Otto Michael Maas en Selma Maas-Nathan in kamp Vught aan en op 8 mei worden zij overgebracht naar Westerbork. Op de website van Joods Monument en Yad Vashem staat verschillende informatie : 14 en 16 mei als sterfdatum met Sobibor en Auschwitz als plaats van overlijden. Op de Westerborkkaart van Otto staat: transport 11 mei. Dat was een transport naar Sobibor. Er is geen kaart van Selma. Hun beider namen staan op de transportlijst naar Sobibor op 11 mei . Van dit transport is maar één mannelijke overlevende bekend. Ik hanteer daarom als overlijdensdatum en -plaats voor hen beiden: 14 mei 1943 en Sobibor.

Op de Westerborkkaart van Otto Michael Maas staat aan de achterkant geschreven:

25 mei 1943 ( datumstempel)  : Dr.E.S. Maas, Ger Doulaan 21, Bilthoven : waar zijn betr. naar toe ? Mag ik iets sturen en hoe ? Betr. zijn mijn ouders.

3 juni 1943 ( datumstempel) : Th… Dr. E. S. Maas: verblijfplaats ons niet bekend. Correspondentie mogelijk volgens bijgaande richtlijnen. Pakjes en geld sturen niet mogelijk. 

In november 1943 werd Gaudeamus gevorderd door de Duitsers. Ook Ernst met zijn gezin moet dan het huis verlaten, komt in moeilijke omstandigheden maar kan de oorlog uiteindelijk wel overleven. Door onderduik weet ook Walter te overleven en hij gaat in 1945 weer in huize Gaudeamus wonen. In november 1945 organiseerde hij daar een bevrijdingsconcert en dat is het begin geworden van wat nu de Stichting Gaudeamus is die nog steeds de jaarlijkse Gaudeamus Muziekweek organiseert. Aanvankelijk waren Walter en Ernst nog in onzekerheid over het lot van hun ouders maar in 1946 kregen zij van het Rode Kruis een overlijdensverklaring.

De componist Julius Röntgen heeft in 1927 Villa Gaudeamus laten bouwen onder architectuur van zijn zoon Frants Edvard. Het huis heeft kenmerken van de Amsterdams School en heeft een met een hoge, spitse rieten kap en een halfronde muziekkamer een bijzondere vormgeving die aan een openstaande vleugel doet denken. Het huis wordt beheerd door de Stichting Walter Maas en gebruikt voor muzikale lezingen en concerten. 

In november 2022 hebben wij twee struikelstenen geplaatst.