Josef Franz Hupka was een vooraanstaande Oostenrijkse jurist. Vanaf 1906 was hij universitair hoofddocent, vanaf 1915 gewoon hoogleraar en in 1926/1927 decaan van de rechtenfaculteit van de Universiteit van Wenen. In 1897 had hij zich tot het protestantisme bekeerd en hij zette zich toen al in tegen het heersende antisemitisme. In 1930 voerde hij met succes oppositie tegen een nationale studentenregeling die de situatie voor Joodse studenten duidelijk zou hebben verslechterd. Na de Anschluss in 1938 verslechterden de omstandigheden zich echter in hoog tempo en werd hij ontslagen mede door toedoen van onder meer Otto Wächter, één van zijn voormalige studenten. Deze Wächter verwierf later een positie in de nazi-top. Als gouverneur van Krakau is hij verantwoordelijk voor de dood van honderdduizenden Joden en Polen.
Hermine Hupka-Brüll komt uit een muzikale familie. Zij is een dochter van Ignace Brüll, een in de negentiende eeuw zeer bekende Oostenrijkse pianist en componist.
In 1939 moesten Josef Hupka en zijn vrouw Hermine vaststellen dat de dreiging voor hen te groot werd en besloten zij via Zürich uit te wijken naar Amsterdam en later naar Voorburg. Na de Duits inval in mei 1940 werden alle joden gedwongen weg te gaan uit Den Haag (in verband met de aanleg van de Atlantik Wall). In oktober 1940 kwamen zij naar Bilthoven, eerst aan de Soestdijkseweg Noord 357 en vanaf 1 april 1941 in de Palestrinalaan 12. Daar woonde volgens het adresboek Bilthoven 1940 : C.J. Schuppert.
Zij hadden contact met Irene Hellmann-Redlich, ook een Weens-Joodse vluchtelinge die onderdak had gevonden bij hen om de hoek , op Gregoriuslaan 9. Ook hier kregen zij te maken met anti-joodse maatregelen en werden zij verder opgejaagd. Net als de andere Joden in de Bilt en Bilthoven werden zij in medio 1942 gedwongen te verhuizen naar Amsterdam. In november 1942 hebben zij een poging gedaan naar België te vluchten maar zij slaagden er niet in de grens over te komen ( zie het voorgaande verhaal). Vanuit Amsterdam zijn zij op enig moment naar Westerbork gedeporteerd en hebben daar nog een hele tijd verbleven. Zij worden beiden op 5 april 1944 naar het concentratiekamp Theresienstadt gedeporteerd. Van dit transport wordt vermeld dat het ging om joden 'mit Verdiensten um das Reich und sonstigen Zivildiensten'.
Josef Hupka is op 23 april 1944 in Theresienstadt overleden - naar verluidt aan een hartaandoening. Hij is 69 jaar oud geworden. Hermine Hupka-Brüll werd in oktober 1944 in Auschwitz vermoord, 56 jaar oud.
De afgelopen jaren is er aan de Universiteit van Wenen aandacht gegeven aan Professor Hupka en zijn strijd tegen het antisemitisme dat in de jaren twintig en dertig ook in universitaire kringen in Wenen om zich heen greep. Er is een wetenschappelijk artikel verschenen over het leven van Josef Hupka aan de Weense universiteit. In het Academie gebouw is een kamer naar hem vernoemd. Josef Hupka heeft in Wenen dus eerherstel gekregen.
Het echtpaar Hupka-Brüll had twee kinderen: Robert (1919) en Marie (192..). Ook zij zijn Oostenrijk ontvlucht: zoon Robert is naar de VS uitgeweken en heeft in New York later bekendheid gekregen als fotograaf en opnametechnicus. Hij had geen kinderen en is in 2001 overleden. Dochter Marie is naar Engeland gegaan, daar getrouwd en een gezin gesticht. Met haar kinderen hebben we contact kunnen leggen.
in november 2021 hebben wij struikelstenen geplaatst.