Willem Agsteribbe was een zoon van Emanuel Agsteribbe en Hanna Halverstad en werd geboren op 3 Januari 1889 in Amsterdam. Hij trouwde op 1 November 1911 met Bertina van West, die op 15 Juli 1888 in Amsterdam geboren werd als dochter van Benjamin van West en Rachel Vrachtdoender. Het echtpaar kreeg vijf kinderen, t.w. Rachel in September 1912, Anna in April 1914, Greta in Maart 1916, Emanuel in Maart 1918 en Benjamin in Maart 1921.
Willem Agsteribbe verdiende zijn brood als loopknecht, en na zijn huwelijk in November 1911, als kok en dansleraar. Met zijn vrouw Bertina van West woonde Willem toen op de Houtkopersburgwal 8. In Maart 1916 verhuisden zij naar het Waterlooplein 35 en in Mei 1931 naar de Zwanenburgwal 28. In 1935 verhuisde het gezin naar de Nieuwe Herengracht 79 en in Juni 1937 naar nr. 159 huis op dezelfde gracht, waar Willem met zijn vrouw Bertina een pension exploiteerde.
Behalve de pensiongasten, woonde de familie zelf óók op de Nieuwe Herengracht. Vanaf 1938 kwam óók Willems ongehuwde zuster Sara Agsteribbe daar inwonen; zij was op 7 Juni 1883 geboren. Toen Sara haar ouderlijk huis van Emanuel Agsteribbe verliet, woonde zij op de Lange Houtstraat 28 en werkte zij als schoonmaakster. Zij werd op enig moment echter “invalide” verklaard en kreeg een in het kader van de invaliditeitswet een uitkering (INV WET) – een invaliditeitsrente.
Op 15 Juni 1927 verhuisde Sara naar de Lange Houtstraat 15 III, vervolgens op 13 Februari 1928 naar de het Waterlooplein 33. In October 1931 betrok zij woonruimte in de Korte Houtstraat 20 I en vanaf 1938 woonde zij in het pension van haar broer en schoonzus. Sara Agsteribbe werd op 18 Januari 1943 vanuit Westerbork op transport gesteld naar Auschwitz, waar zijn na aankomst op 21 Januari 1943 in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau werd vermoord.
Willem Agsteribbe werd samen met zijn vrouw op 9 Februari 1943 afgevoerd naar Westerbork. Tot dan had zijn “Sperre” hem en zijn vrouw Bertina gevrijwaard van deportatie. Als exploitant van "Rusthuis Agsteribbe" was hij “gesperrt wegens functie”, en daardoor zijn vrouw eveneens. Volgens de gegevens die tijdens de registratie bij de Joodse Raad in 1941 op zijn registratiekaart waren vermeld, was Willem Agsteribbe al vanaf 15 September 1935 actief als exploitant van zijn Rusthuis op de Nieuwe Herengracht 159 hs.
Nadat Willem en Bertina naar Westerbork waren afgevoerd, verbleven zij in barak 55, in afwachting van hun deportatie. Die volgde op 16 Februari 1943 naar Auschwitz met nog 1106 andere slachtoffers. Na aankomst daar volgden selecties waar "voor arbeid geschikte personen" geselecteerd werden voor dwangarbeid maar velen werden onmiddellijk na aankomst op 19 Februari 1943 in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord. Tot die laatst genoemde groep personen behoorden ook Willem Agsteribbe en zijn vrouw Bertina Agsteribbe-van West.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten Willem Agsteribbe en Sara Agsteribbe; Overgenomen Delen/Benjamin van West (1860); archiefkaarten van Willem Agsteribbe, Bertina van West en Sara Agsteribbe; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Willem Agsteribbe, Bertina Agsteribbe-van West en Sara Agsteribbe en de Wikipedia lijst jodentransporten vanuit Nederland.nl.