Rebecca Busnach was op 18 Augustus 1911 in Amsterdam geboren als tweede van de vijf kinderen van Joseph Busnach en Margaretha van West. Zij trouwde op 7 Juni 1939 met Simon Menist, die op 16 Januari 1914 in Amsterdam geboren was. Rebecca en Simon kregen op 9 Augustus 1940 een dochter, Dorlores Branca genaamd, die door onderduik de Holocaust heeft overleefd.
Simon Menist was een zoon van Meijer Menist en Branca van Rheenen. Hij had een 3-jaar jongere zus , Sipora, die op 30 October 1940 gehuwd was met Isaac Wurms en inwoonden bij haar ouders op de Oude Schans 50 II. Simon woonde daar óók, thuis bij zijn ouders, waar zijn vader Meijer niet alleen brilliantsnijder was, maar ook zijn gezin onderhield als handelaar in rijwielen en onderdelen ,handelaar in radioartikelen en als elektricien.
Voordat Rebecca Busnach gehuwd was, woonde zij korte tijd op zichzelf; zij vond inwoning in de Trompenburgstraat 113 II, vervolgens in November 1938 woonruimte op de Amstelkade 47 II, waarna zij half April 1939 weer introk bij haar ouders, die inmiddels in het bovenhuis van de Ruyschstraat 3 woonden. Maar nadat het huwelijk gesloten was, vonden Rebecca en Simon samen woonruimte voor zichzelf bij Corn. J. Steenbergen in de Roerstraat 18 III, waarna zij half Mei 1940 verhuisden naar de Ruyschstraat 57 I in Amsterdam-Oost, tevens hun laatst bekende adres in Nederland.
Op enig moment, na de geboorte van hun dochter Dorlores Branca, besloot het jonge gezin om te gaan onderduiken. Dat is voor Simon Menist niet goed afgelopen: tijdens de grootscheepse razzia’s van begin October 1942 is hij gearresteerd en overgebracht naar Westerbork, waar hij 5 October 1942 werd binnengebracht. In barak 60 moest hij zijn deportatie afwachten, die op 19 October 1942 volgde richting Auschwitz.
Het transport van 19 October 1942 was een rechtstreeks transport zonder tussenstop in Cosel, wat in Auschwitz aankwam op 22 October. Bij de selectie werd de toen nog 28-jarige Simon Menist als dwangarbeider doorgestuurd naar het “Arbeits- & Konzentrationslager” Monowitz, (ook wel Auschwitz III), waar zich o.a. fabrieken van I.G. Farben, de Buna Werke en Krupp Stahl bevonden. Onbekend is echter waar Simon toen tewerkgesteld werd.
Uit het na-oorlogse onderzoek van het Rode Kruis is gebleken dat van het transport van 19 October 1942 door mannen 123 brieven “naar huis” geschreven zijn. Van deze 123 brieven kwamen er 59 uit Monowitz, en op de Joodse Raadkaart van Simon Menist is een notitie gemaakt dat op 18 Januari 1943 van hèm een brief uit Monowitz is ontvangen. Uit genoemd onderzoek is ook gebleken dat Simon Menist op 18 Januari 1943 nog in leven moet zijn geweest. Echter niet bekend is waar, hoe en wanneer precies Simon Menist uiteindelijk om het leven is gekomen.
De Nederlandse Autoriteiten hebben na de oorlog vastgesteld, mede n.a.v. het onderzoek van het Nederlandse Rode Kruis én getuigenissen van overlevenden, dat Simon Menist na 30 April 1943 niet meer in leven zou kunnen zijn. De gemeente Amsterdam kreeg vervolgens opdracht om een akte van overlijden op te maken voor Simon Menist, waarin is vastgelegd dat hij in (de omgeving van) Auschwitz op 30 April 1943 is overleden.
Rebecca Menist-Busnach en haar dochtertje waren eveneens ondergedoken. Rebecca is waarschijnlijk door verraad in Maart of begin April 1943 opgepakt en op 8 April 1943 afgevoerd naar Westerbork, waar zij werd ingesloten in strafbarak 66. Haar dochtertje Dolores is vermoedelijk al in tweede helft 1942 te vondeling gelegd en als pleegdochter Dorothea de Kruijff terechtgekomen bij de familie van Johan de Kruijf in de Van Eeghenstraat 47 hs in Amsterdam. Zij heeft de Holocaust overleefd.
Zo niet Rebecca: zij werd op 13 April 1943 op als z.g. "strafgeval" op "straftransport" gesteld naar Sobibor waar zij bij aankomst op 16 April 1943 onmiddellijk in de gaskamer werd vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Joseph Busnach en Meijer Menist; archiefkaarten van Rebecca Busnach en Simon Menist; Amsterdamse woningkaarten met Rebecca Busnach/Trompenburgstraat 113 II, Amstelkade 47 II en Ruyschstraat 3 bhs/Roerstraat 118 III; woningkaart Amsterdam met de fictieve inschrijving in de Van Eeghenstraat 47 van de vondeling en pleegdochter Dorothea de Kruijf; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Simon Menist, Rebecca Menist-Busnach en Dolores Branca Menist; de publicatie Auschwitz deel III/pagina 77 en verder – rechtstreekse transporten naar Auschwitz/transport 19 October 1942 en de overlijdensakte 36 uit register A-115-folio 6-verso voor Simon Menist, opgemaakt te Amsterdam op 28 Augustus 1959.