Verhaal

Méér over het transport van 16 October 1942 Westerbork-> Auschwitz

Uit de publicatie Auschwitz deel III - door het Nederlandse Rode Kruis - October 1952

Op 16 October 1942 vertrok een deportatietransport vanuit Westerbork naar Auschwitz met totaal 1710 gedeporteerden. Tijdens een stop in Cosel, ±80 km westelijk van Auschwitz, werden 570 "arbeitsfähige" jongens en mannen gedwongen om de trein te verlaten; zij waren in het algemeen van de leeftijdsgroep van ±15 t/m 50 jaar, in enkele individuele gevallen nog iets ouder.

Degenen, die in de trein achterbleven om te worden doorgestuurd naar Auschwitz, waren dus, globaal gesproken, de oudere, zwakke of ziekelijke mannen en de vrouwen en kinderen. In het algemeen kan worden gesteld, dat de laatstbedoelde groepen terstond bij aankomst te Auschwitz door vergassing om het leven werden gebracht.

De door het grootste deel van het transport gevolgde route (kampen waarin achtereenvolgens de 570 jongens en mannen hebben verbleven) was naar: St.Annaberg of Sakrau, Bobrek of Malapane, Blechhammer en verder enkelen naar Bismarckhütte/ Monowitz. Een afzonderlijk groepje ging naar het resort Gross Rosen.

Van het 16 October 1942 transport aangekomen in Blechhammer: 

A): 10 representanten op verschillende tijdstippen (Oct. '42, Mrt. '43 en Febr. en Mrt. '44) uit Bobrek. Bij de transporten van October ‘42 en Februari en Maart ‘44 waren respectievelijk 5, 50 en 100 a 150 Nederlanders. Van bedoelde 10 representanten zijn er 4 meegegaan met het evacuatie-transport en 3 bevrijd in Blechhammer. Voorts is er 1 in September 1943 en 1 in November 1944 vertrokken naar Bismarckhütte, en 1 in November 1944 naar St.Annaberg.

B): 1 representant (x) op 15-4-'43 uit St.Annaberg via Sakrau. 

C): 1 representant (x) op 26-5-'43 uit St.Annaberg als "Sanitäter".

D): 4 representanten in Maart/April ‘44 uit Malapane met vermoedelijk ±20 Nederlanders. Van deze 3 ( A, B en C) zijn er 2 meegegaan met het evacuatie-transport en 2 bevrijd in Blechhammer.

E): 1 representant (xx) in Mei ‘43 uit Reigersfeld (of Sackenhoym) met 24 Nederlanders.

F): 1 representant (x) ± 20-4-'43 uit Anthoniehütte, via St.Annaberg.  

G): 2 representanten (x) eind Mei '43 uit Sakrau met 200 Nederlandsrs.

H): 1 representant in de zomer van '44 uit Auschwitz (in een bijzondere functie). Deze is in November '44 uit Blechhammer ontvlucht.

I): 1 representant (x) op 31-8-‘43 uit Brande  

J): 1 representant (xx) op 23-3-’44 uit de Börsigwerke"in Breslau-Hundsfeld

K): 1 representant op 17-8-‘43 uit Laurahütte. Deze vertrok 19-12-'43 naar Bismarckhütte.

L): 1 representant op onbekende datum uit onbekende plaats. Verdere route ook onbekend.

(x) Meegegaan met het evacuatie-transport
(xx) Bevrijd in Blechhammer.

Van het 16 October 1942 transport aangekomen in het resort Gross Rosen:
A): 1 representant op 22-11- ‘42 uit Sakrau in kamp Tränke, met 70 Nederlanders, waarvan 30 uit St. Annaberg. Heeft in Tränke gewerkt als electriciën. Verdere route: 14-12- '43 naar Wisau met 64 Nederlanders. 29-2- ‘44 naar Kittlitztreben, als electriciën, met 2 andere Nederlanders. 10-2- ‘45 aldaar bevrijd.

B): 1-rep. op 17-1-‘43 uit Ottmuth in Neukirch met 100 à 120 Nederlanders. Verdere route: Oct. '43 naar Görlitz met ±8 Nederlanders.  15-3-‘44 naar Kittlitztreben.  9-2-‘45 op evacuatie-transport naar Buchenwald.

C): 1 rep. begin Mrt. ’43 uit Johannsdorf in Ludwigsdorf (waarschijnlijk een klein transport). Verdere route: Juli ‘43 via Faulbrück naar Graditz. Mei’ 44 terug naar Ludwigsdorf. Aug.’44 naar Faulbrück en kort daarna naar Sportschule Reichenbach, alwaar bevrijd.

Van het 16 October 1942 transport aangekomen in het resort Auschwitz:

A): 1 representant op onbekende datum na 1-4- ‘44 uit Blechhammer in Bismarckhütte. Op onbekende datum overgebracht naar Monowitz, alwaar 27-1- ‘45 bevrijd.

B): 1 rep. in ‘44 uit St.Annaberg in Birkenau (juiste datum niet opgegeven). Is meegegaan met het evacuatie-transport.

C): 1 rep. in het najaar ‘43 uit Bobrek in Auschwitz. Werd in de zomer ‘44 overgebracht naar Blechhammer, waar hij op 8-11-‘44 is ontvlucht.

D): 1 rep. op 8-11-‘44 uit Blechhammer in Bismarckhütte met 70 à 80 Nederlanders. Werd van Bismarckhütte uit als lasser tewerkgesteld in Königshütte (dagelijks heen en weer). Is meegegaan met het evacuatie-transport via Gleiwitz.

E): 1 rep. op 20-12-‘43 uit Blechhammer in Bismarckhütte. Werd in de zomer van ‘44 overgebracht naar Jawischowitz en van daar op 17-12- ‘44 naar Adorf. Is meegegaan met het evacuatie-transport.

De afzonderlijke transporten van het 16 October 1942 transport uit Westerbork.

Ook van dit (grote) transport (±570 man in Cosel uitgestapt) is van Cosel uit voor ongeveer de helft naar St. Annaberg gebracht en voor de andere helft naar Sakrau. Vervolgens werd nog in October 1942 verreweg het grootste deel van het transport verdeeld over de kampen Bobrek en Malapane. Een kleiner transport (totaal 70 man, waarvan 40 uit Sakrau en 30 uit St. Annaberg, echter niet allen van het onderhavige transport, doch gedeeltelijk van de transporten van 23 en 30-10-1942 en van 16-11-1942), ging ±22-11- '42 naar het ressort Gross Rosen (Tränke en later naar Wisau en Bunzlau). Dankzij uitvoerige gegevens, verstrekt door repatrianten zijn van dit laatste transport nagenoeg alle namen en ook hun (vermoedelijke) sterfdata bekend.

Nog kleinere groepjes en enkelingen in bijzondere functies hebben een uitzonderlijke route gevolgd (via Reigersfeld, Anthoniehütte, Breslau-Hundsfeld, Laurahütte of Königshütte-Johannsdorf-Ludwigsdorf-Brande naar Blechhammer, dan wel via Ottmuth-Neukirch of Königshütte-Johannsdorf-Ludwigsdorf naar het ressort Gross Rosen), doch dit zijn op zich zelfstaande gevallen, die als zodanig moeten worden behandeld.
Hoofdzaak is dus het stellen van een algemene conclusie voor hen, die naar Bobrek en Malapane zijn afgevoerd. Ook van deze kampen bestaan vrij uitvoerige gegevens, waaruit het individuele lot van talrijke personen kan worden vastgesteld.
Velen zijn in de genoemde kampen overleden of op ziekentransport gesteld. De overlevenden zijn omstreeks 23 Maart 1944, toen de kampen Bobrek en Malapane werden opgeheven, overgebracht naar Blechhammer. In totaal zijn 129 man in Blechhammer aangetroffen.

Voor hen, die niet in Blechhammer zijn gesignaleerd en van wie ook overigens niets bekend is, kan dus slechts de conclusie worden getrokken, dat zij moeten zijn overleden uiterlijk eind Maart 1944,terwijl met het oog op mogelijke onbekende dislocaties als plaats van overlijden ware aan te merken: “één der arbeidskampen in Silezië (Polen)".

Na Blechhammer zijn nog groepen afgevoerd naar Bismarckhütte/Monowitz. Voor hen en voor de in Blechhammer aangetroffenen, omtrent wie verder geen individuele gegevens bekend zijn, gelden de reeds  gereleveerde algemene conclusies in de paragrafen 12 en 13 van dit hoofdstuk.

Samenvatting van de conclusies van het transport van 16-10-1942. (bijlage III)

Zij, die niet in Cosel zijn uitgestapt, moeten, tenzij blijkt dat zij langer hebben geleefd, worden geacht te zijn overleden op of omstreeks 19 October 1942 in Auschwitz II (Birkenau).

Zij, die rechtstreeks zijn doorgereisd naar Auschwitz en niet terstond bij aankomst zijn overleden, moeten worden geacht te zijn overleden in of in de omgeving van Auschwitz nà 19 October 1942 doch uiterlijk op 28 Februari 1943.

Zij, die uit enig kamp op ziekentransport zijn gesteld en van wie sedertdien niets meer is vernomen, moeten worden geacht te zijn overleden in de loop van de maand, waarin het ziekentransport is vertrokken.  Als plaats van overlijden geldt voor hen, die uit Blechhammer zijn afgevoerd: Auschwitz II (Birkenau) en voor degenen, die uit andere kampen zijn vertrokken: één der arbeids- of concentratiekampen in Silezië (Polen).

Tenzij, in individuele gevallen anders blijkt en met inachtneming overigens van de gestelde algemene conclusies, moeten de in Cosel uitgestapte mannen van het transport van 16-10-1942 worden geacht te zijn overleden nà 19 October 1942 doch uiterlijk 31 Maart 1944 in één der arbeidskampen in Silezië (Polen).

Bron: Verkorte en een zo goed mogelijk excerpt van het 16 October 1942 transport uit de publicatie "Auschwitz III",  van o.a. de pagina’s  8, 12, 13, 24, 25, 30, 31, paragraaf III blz. 35, 36, 48, 49 en Bijlage III.

 

Alle rechten voorbehouden