Verhaal

De dag van de uittocht: 5 maart 1942

Fragment uit het beeldverhaal ‘Exodus der Alkmaarse joden naar de Jodenwijken op 5 maart 1942’ van Maurice Hof. In: Van Mallegat tot Wildeman. Elf beeldverhalen n.a.v. Alkmaar 750 jaar in opdracht van de Kunstuitleen Alkmaar. Alkmaar, 2004

verhaal: Jan van Baar

Twee dagen voor de dag van de uittocht ontving de joodse gemeente een schrijven van de Joodsche Raad voor Amsterdam dat in navolging van Zaandam en Hilversum de joden van Alkmaar hun woonplaats per 5 maart 1942 moesten verlaten en onderdak moesten zoeken ‘in een der Joodschen wijken’ in Amsterdam. In een aanvullende brief werd mededeling gedaan dat er voor de aftocht twee treinen waren gereserveerd, een om 12.13 en een om 14.13 uur. Op die dag zouden 178 joodse stadgenoten Alkmaar verlaten, slechts enkelen zouden terugkeren.

Het was die dag een koude dag. Het sneeuwde, het vroor vijf graden en er stond een snijdende oostenwind. Zo’n vijftig joodse gezinnen, mannen, vrouwen en kinderen, stonden die ochtend tussen 08.10 en 10.30 uur, thuis opgesteld in afwachting van de Alkmaarse politie. Bij hun komst werd de bagage gecontroleerd, werden de huissleutels overgedragen en de woningen verzegeld. Vanuit alle hoeken van de stad stroomden groepjes joden bepakt en bezakt naar de verzamelplek voor het politiebureau op het Kerkplein. Vandaar trok de stoet door de Gasthuisstraat, over de Bergerbrug de Geesterweg op om via het Scharloo en de Stationsweg het station te bereiken.

Slechts een kleine groep vrienden, kennissen, buren en enkele vooraanstaande burgers waren ter afscheid op het perron aanwezig. Met hun vertrek was een organisch en integraal deel van de Alkmaarse samenleving definitief uit die gemeenschap verwijderd. Hun wachtte een onbekende reis. De Alkmaarders zouden met alle joden uit Noord-Holland in de ‘joodse wijken’ van Amsterdam worden opgesloten, in Kamp Westerbork worden geïnterneerd en uiteindelijk op transport gaan naar de vernietigingskampen.

Op het afgesproken tijdstip 14.13 uur zette de trein zich in beweging. Bij vertrek sprak Abraham de Wolff, de laatste rabbi van Alkmaar, de woorden: ‘De straf vanuit de hemel voor deze gebeurtenis kan niet uitblijven.’ Inspecteur van politie Ten Bensel blikte tevreden terug. In zijn eindverslag rapporteerde hij dat de ‘evacuatie’ een vlot verloop had gekend.

Bronnen:

-Baar, J. van, De vervolging van joods Alkmaar. Alkmaar, 2023

-Hof, M., ‘Uittocht der Joden. Beeldverhaal’. In: Van Mallegat tot Wildeman. Elf beeldverhalen naar aanleiding van Alkmaar 750 jaar in opdracht van de Kunstuitleen Alkmaar. Alkmaar, 2004.

Alle rechten voorbehouden