Jacob van West was een zoon van David van West en Keetje Cohen. Hij was in Amsterdam geboren op 29 November 1894 en voordat hij gehuwd was, werkte hij als slager. In latere jaren werkte hij als transportarbeider, metaalarbeider en bankwerker. Toen hij in 1943 in concentratiekamp Vught zat, was Jacob tewerkgesteld in Den Bosch als arbeider in oud ijzer.
Op 19 Mei 1920 trad hij in het huwelijk met Judith Gobets, die op 13 Mei 1894 geboren was als dochter van Jacob Gobets en Betje Barend, maar zij hadden géén “eigen” woning; zij woonden in op verschillende adressen in de stad bij de ouders van Judith, de schoonouders van Jacob.
In die tijd kregen zij drie kinderen; hun tweed, zoontje David werd slechts 2 dagen oud – hij overleed op 16 Augustus 1928 en werd de 17e begraven op de Joodse Begraafplaats Zeeburg. Van de andere twee kinderen werd Betsie, toen zij in de Valkenburgerstraat woonden, geboren op 20 Maart 1921 en toen zij allen in de Retiefstraat 88 woonden werd Keetje daar geboren op 1 Mei 1931.
Uit de beschikbare gegevens uit de archieven kon worden afgeleid, dat Jacob van West in de nacht van 9 op 10 Maart 1943 naar het concentratiekamp Vught werd afgevoerd. Zijn registratie daar was afgerond op 12 Maart 1943 en hij werd tot 12 September 1943 tewerkgesteld in Den Bosch als “arbeider in oud ijzer”.
Vanuit Vught is Jacob op 21 Maart 1944 doorgestuurd naar Westerbork, van waar hij twee dagen later, op 23 Maart 1944 naar Auschwitz werd gedeporteerd in een transport van 599 gedeporteerden. De deportatietrein zal daar ca 26 Maart 1944 zijn aangekomen, waar Jacob van West toen werd ingeschreven in het kamp; hij kreeg daar het gevangen-nummer 175562.
Uit informatie uit de archieven van het voormalige concentratiekamp Auschwitz-Birkenau blijkt, dat Jacob na aankomst in Auschwitz tewerkgesteld is in Monowitz/Auschwitz III – subkamp Buna, en dat hij van 9 tot 16 Mei 1944 in het gevangenenhospitaal (Häftlingskrankenbau) heeft verbleven. Ook heeft hij volgens nog enkele bestaande dossiers op 1 Juni 1944 een tandheelkundige behandeling ondergaan in het Buna subkamp,
Na-oorlogs onderzoek van het Rode Kruis heeft verder uitgewezen, dat gevangenen middels trein- en voet- transporten vanaf onder meer het Auschwitz-complex, in de periode 18 t/m 21 Januari 1945 naar elders zijn "geëvacueerd". Zo zijn er met die z.g. evacuatietransporten óók mannen uit Auschwitz I en Auschwitz III in Buchenwald terechtgekomen, waartoe ook Jacob van West behoorde. Die evacuatietransporten per trein vertrokken in de eerder genoemde periode en arriveerden dan in Buchenwald op respectievelijk 22, 23 en 26 Januari 1945.
In tegenstelling tot "normale transporten", vonden deze treintransporten onder zeer barre en onmenselijke omstandigheden plaats, hetzij in open-, hetzij in volgepropte gesloten wagons. Dit had tot gevolg, dat vele gevangenen tijdens zo’n tocht van honger, koude of verstikking zijn omgekomen. (bron: Rode Kruis publicatie Auschwitz VI uit 1952 – pagina 25)
Uit de administratie van Buchenwald is verder gebleken dat Jacob van West daar op 26 Januari 1945 werd ingeschreven als “Schlosser” (bankwerker) en waar hij gevangen nummer 121751 kreeg. Uit de z.g. dodenboeken van Buchenwald is vast komen te staan, dat Jacob van West al snel daarna is overleden, op 9 Februari 1945 en zoals het daar is omschreven, als gevolg van “Sepsis bei Gangrän beide Füsse”.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten David van West (1863) en Jacob Gobets; archiefkaarten van Jacob van West, Judith Gobets en van Betsie en Keetje van West; het archief van de Joodse Raad, regisratiekaarten van Jacob van West, Judith van West-Gobets, Betsie van West en Keetje van West; Wikipedia website Jodentransporten vanuit Nederland.nl/23 Maart 1943; website Museum & Memorial Auschwitz-Birkenau/Auschwitz Prisoners/Jacob van West; informatie uit de archieven van het voormalig concentratiekamp Auschwitz I; website ITS Arolson/kampkaart Vught voor Jacob van West en inschrijving en overlijden van Jacob van West uit Buchenwald; het archief van het Rode Kruis/publicatie Auschwitz VI (6) uit 1952/evacuatie- en afvoertransporten.